Veel architectuur van voor de Eerste Wereldoorlog treft u in Het Zoute niet meer aan. Het Zoute wordt in het Interbellum la plage la plus en vogue genoemd. Een typisch voorbeeld van de bouwboom na de Grote Oorlog is de Prins Karelwijk, die rond de jaren 1920 een geweldige ontwikkeling kent. Prachtige villa's in de typische cottage-architectuur en art deco bepalen er het straatbeeld. De Prins Karelwjk maakt nu deel uit van Het Zoute dat sinds het eind van de 19 de eeuw wordt ontwikkeld zoals het er nu uitziet. In 1887 koopt het consortium Alfred Verwee (kunstschilder), Henri Dumortier, Louis Van Bunnen (hotelier) circa 34 ha duingrond aan de Zoutepolder tegen 1.000 BEF per ha. Het terrein beslaat een strook vanaf de westelijke grens van de polder. Het doel is de gekochte gronden te verkavelen naar een plan opgemaakt door urbanist Jean Baes. De eerste verkavelaars volgen echter niet de mooie plannen van Baes. In 1908 wordt de Compagnie Immobilière du Zoute (nu: Compagnie Het Zoute ) opgericht. Met de Duitse architect en stedenbouwkundige Joseph Stübben (1845-1936) wordt een contract afgesloten met als doel de aanleg van een villapark in de duinen van Het Zoute. Geen onbekende voor de gemeente, want in 1901 tekent hij het aanlegplan voor Duinbergen. Ook voor Het Zoute doet hij dat en bereikt een evenwicht tussen de verbindingsassen, de wegen, de paden en de privépaden. Rechte assen worden zoveel mogelijk vermeden, zonder te vervallen in een wirwar van slingerende en gebogen wegen. In Het Zoute zijn drie rechte assen te onderscheiden: de Zoutelaan, de Sparrendreef en de Elizabetlaan. Gebroken en gebogen lijnen in het stratenplan worden veelal als pittoresk ervaren en verwijzen naar natuurlijke groei en spontane ontwikkeling. Toenmalige richtingaangevende voorstellen van Stübben zijn gedeeltelijk nog steeds van toepassing: |