Zondag 26 april 10 uur Wat is de oorsprong van bekende feesten als Kerstmis, carnaval, Pasen, Pinksteren, Valentijnsdag, Moederdag, Vaderdag, …? Bart Lauvrijs bestudeerde de volksgebruiken van de feesten in de loop van een jaar en schreef er in 2004 een boek over: Een jaar vol feesten. Tijdens een boeiende lezing verklaart de auteur-onderzoeker de oorsprong, betekenis en gebruiken van de belangrijkste kalenderfeesten. Wacht achter deze eeuwige kringloop van scharniermomenten in het jaar schuilt telkens een boeiend verhaal, vaak verrassend en altijd wetenswaardig: van historische feiten tot handige feesttips. Bart Lauvrijs (1963) studeerde Godsdienstwetenschappen, Filosofie en Kerkelijk recht in Leuven en doceert Volksdevotie aan de faculteit Vergelijkende godsdienstwetenschappen in Antwerpen. Hij is auteur van verscheidene boeken, waaronder Een jaar vol feesten, Een wereld vol bijgeloof, Het feestenboek voor de jeugd en Oei, ik heb een zwarte kat gezien. Verslag Wat is de betekenis van een feest in het algemeen? Het brengt mensen samen en het doorbreekt de dagelijkse sleur. Vervolgens besprak de spreker dan een aantal feestdagen. Pasen kwam eerst aan bod. De Vastentijd of Veertigdagentijd is een voorbereiding op het Paasfeest. Het ritueel van vasten vindt men terug in alle culturen. De indianen vastten bijvoorbeeld vóór de jacht. Ook het getal veertig is overal terug te vinden: een voorbeeld hiervan is “quarantaine”. De huidige godsdiensten hebben alle vroegere gebruiken laten bestaan en er een godsdienstige betekenis aan gegeven. Eén uitzondering hierop zijn de gebruiken rond Sint-Maarten. Pasen is, evenals Carnaval en 1 april, gelinkt aan de lente: de natuur die wakker wordt. De symbolen hiervan zijn het ei en de boom (die in het blad schiet). Het begin van het leven werd door het christendom gekoppeld aan de verrijzenis van Christus. Het eerste symbool voor Christus was 888. Dit symbool betekent ook vis (de eerste apostelen waren namelijk vissers). Het beschilderen van eieren met Pasen is terug te brengen tot “iets in de verf zetten”, wat extra geluk zal brengen. De paasklokken zijn typisch katholiek: op Witte Donderdag luidden de klokken niet, in tegenstelling tot de andere weekdagen. Daarom werd aan de kinderen verteld dat ze naar Rome waren om eieren te gaan halen. De paashaas is dan weer afkomstig van de protestanten, ingevoerd door Luther. Bij de protestanten was het de paashaas die de eieren bracht. De haas is tevens ook een symbool van vruchtbaarheid. Het ophangen van eieren in een boom is een overblijfsel van de heilige-boom cultus uit de Germaanse traditie. De uitdrukking “op zijn paasbest” komt uit de tijd dat het nieuwe jaar begon met Pasen en de mensen toen nieuwe kleren kochten (ze kochten die slechts 1 maal per jaar, bij het begin van het nieuwe jaar). Het ontstaan van de wereld viel voor de katholieken op 25 maart en op 25 december de winterzonnewende. Dit laatste werd door het christendom getransformeerd tot Kerstmis. De winterzonnewende zelf werd dan door een kalenderhervorming naar 21 december gebracht. Uiteindelijk hebben al deze data te maken met de vroegere zonnecultus. Hemelvaart en Pinksteren zijn gekoppeld aan Pasen. Vroeger was er veel folklore aan deze feestdagen verbonden. Eén ervan was het dauwlopen of dauwtrappen op Hemelvaartsdag. Mensen stonden toen al voor dag en dauw om drie uur ’s nachts op en gingen zingend met blote voeten door het gras lopen, omdat men verwachtte dat dit ritueel een magische of genezende werking zou hebben. Op Sinksen liet men in de kerk duiven rondvliegen. Een duif werd beschouwd als een positief dier. Moederdag wordt ook al heel lang gevierd. In het begin werd de oermoeder (moeder Aarde en moeder Natuur) vereerd voor haar magische krachten. De Oude Grieken vereerden de godin Rhea, de Moeder der Goden. In de middeleeuwen werd moederdag op een zondag voor Pasen gevierd. In die tijd gingen meisjes weg van huis om een stiel te leren en op moederdag kwamen ze terug thuis met een geschenk. Dat was meestal een cake die ze met hun schamele loon speciaal voor moeder hadden gekocht. Dat moederdag nu op de tweede zondag van mei gevierd wordt is te danken aan de Amerikaanse Anna Jarvis. Haar moeder, Ann Reeves Jarvis, had zeven kinderen verloren en hield er maar vier meer over. Om haar verdriet te vergeten ging ze andere mensen helpen, onder andere tbc-patiënten, en tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog organiseerde ze zogenaamde Mother's Day Work Clubs om voor voedsel en medicijnen voor hulpbehoevende moeders te zorgen. Toen Ann Reeves Jarvis stierf, wilde haar dochter Anna haar en tevens alle overleden moeders eren. Ze ging brieven schrijven, bloemen uitdelen en prominenten aanspreken. Op 12 mei 1907 vierden de protestantse kerken voor de eerste keer officieus moederdag. Maar Anna wilde dat het hele land het feest zou vieren. Ze schreef nog meer brieven, met resultaat. In 1914 riep president Woodrow Wilson Mother’s Day uit als een nationale feestdag. Die werd gevierd op de tweede zondag van mei. Na de Eerste Wereldoorlog namen wij in Europa deze Amerikaanse traditie over. Rond 1920 raakte Anna Jarvis verbitterd door de commercialisering van de feestdag. Ze verbond zichzelf aan de Mother’s Day International Association en claimde het copyright op de tweede zondag van mei. Samen met haar zuster spendeerde ze haar familiebezit voor het voeren van campagne tegen de feestdag. Beiden stierven uiteindelijk in armoede. Ook vaderdag ontstond in Amerika, door Sonora Smart, die haar vader William Jackson Smart wilde eren. Hij was een veteraan uit de Amerikaanse Burgeroorlog die weduwnaar was geworden nadat zijn vrouw in het kraambed bij de geboorte van hun zesde kind was gestorven. Toen zijn dochter volwassen geworden was, wilde ze de kracht en het doorzettingsvermogen van haar vader onder de aandacht brengen. De eerste vaderdag vond toen plaats op 19 juni 1910 in de staat Washington. Halloween is een Keltisch feest dat ongeveer 3000 jaar oud is. De kerk verplaatste Allerheiligen van mei naar oktober als tegenhanger voor Halloween. Halloween werd in 1850 in Amerika ingevoerd door de immigranten uit Ierland en Schotland. Bij ons is het enkele jaren geleden vanuit Zuid-Frankrijk binnengewaaid. Halloween was oorspronkelijk een oogstfeest. De oogst was binnen, het zaaigoed voor het volgende jaar lag klaar en dus was er voor de Kelten even tijd voor een vrije dag. Men hing toen appels in de bomen. De appel was vroeger een godenvrucht en was dus enkel voor de goden bestemd. Vandaar ook de appel in het verhaal van Adam en Eva. Met Allerheiligen plaatste men vroeger voedsel en drank op de graven. Het gevolg was dat er teveel gedronken werd. Omdat dit te gortig werd, nam de kerk Allerzielen in gebruik. Er werden chrysanten op de graven geplaatst omdat deze een ronde vorm hadden. De ronde vorm is een symbool voor oneindigheid. Het gebruik van het zetten van een schoen voor Sinterklaas zou terug te brengen zijn naar de symboliek van vruchtbaarheid. Een schoen heeft contact met de grond (aarde) waaruit de vruchten komen. Door iets in de schoen te doen (zaaien) krijgt men wat terug van Sinterklaas. Ook met Kerstmis werden heidense gebruiken door de kerk geaccepteerd en gekerstend. Bijvoorbeeld het zetten van een kerstboom. De spar was bij de Germanen al een symbool van kracht. Protestanten begonnen met het zetten van de kerstboom. Pas na de Tweede Wereldoorlog kochten ook katholieken een boom. Voordien vonden ze de combinatie van een kerstkribbe en een boom niet geoorloofd. De os in de kerststal stond symbool voor de Joden, die te halsstarrig waren om in Jezus te geloven en de ezel stond voor de heidenen of ongelovigen. Als inleiding op het Carnavalsfeest had de spreker het over het gebruik om in de Trevifontein in Rome muntstukjes over de schouder te werpen. Dit gaat terug op de Romeinen die aan een waterbron offers brachten aan de brongeesten. Het werpen over de linker schouder joeg de slechte geesten weg. Carnaval heeft te maken met het terugkomen van de goede doden (geesten) waarvoor men veel eten en drank klaar zette. De kerk nam dit over als een feest voorafgaand aan de vastenperiode, waarin geen vlees mag worden gegeten. De naam komt hoogstwaarschijnlijk van het Latijnse "carne vale", wat betekend: “vaarwel aan het vlees”. Een andere mogelijke verklaring voor de term is het eveneens Latijnse “carrus navalis”: een schip op wielen waarop een god zat. Dit bestond reeds bij de Babyloniërs en de Egyptenaren. De Romeinen vierden het feest van de saturnaliën dat veel kenmerken van het hedendaagse carnaval had zoals drink- en eetgelagen, een soort prins carnaval, vermommingen en optochten door de straten. In 1820 kende Carnaval een revival in Keulen. Men kende er een prijs toe voor de grootste stoet. Het bracht ook meer inkomsten mee voor de lokale winkeltjes. De groet “alaaf” dreef dan weer de spot met de Pruisische militairen. Keulen was toen pas ingelijfd bij Pruisen nadat de streek onder Frans bestuur had gestaan. Carnaval is een feest van de omgekeerde wereld. De doden (in de heidense periode) kwamen namelijk uit de onderwereld (omgekeerde wereld). Marc De Meester
|