De Garre moet blijven

Nadat er aandacht gevraagd werd voor het visserskapelletje, luidde Heyst Leeft ook de alarmbel voor De Garre. De Kleine Pannestraat werd immers bedreigd in het kader van het herwaarderingsgebied dat tot doel had deze volledige zone te saneren.

In het tijdschrift werd ruime aandacht besteed aan deze reeks werkmanswoonsten uit 1885, ondermeer vermeld in het boek Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen.

Het bestuur van Heyst Leeft heeft grote inspanningen geleverd om De Garre herhaaldelijk in een bijzonder daglicht te plaatsen en ook konkrete voorstellen geformuleerd voor het behoud. Zo ondermeer de inrichting van een folkloremuseum, met typisch visserscafé...

Aan de smid Westein uit Ramskapelle werd opdracht gegeven om een praalboog te smeden voor de ingang, wat op 7 mei 1978 plechtig opgehangen werd en ingehuldigd door de laatste bewoners Julie en Louis Desmedt-Utterwulghe.

Op 24 november 1977 gaf Heyst Leeft opnieuw een filmavond met de première van de film “De Zee” van Albert Vandierendonck over de zee en de visserij. Een film van bijna drie uren, ingedeeld in vier delen, en het werd zo’n sukses dat er een tweede avond moest worden georganiseerd.

Deze film toonde het grote publiek het volgende:

• de opleiding van de jonge vissers met een demonstratie van de plankenvisserij
• de vissersmis, het bal van de zeemeermin en Oosthoekkermis
• Jan Mesuere met de Eureka in zee, de bokkervisserij, de garnalenverkoop, de dag der zeelieden, de Klakkertjes en de visbakkers
• de gullenvangst met de Eureka en de Pater Bil en de bedrijvigheid in de oude vismijn, en tenslotte een bezoek aan het rustoord De Godtschalck

In het derde boekje van 1977 lezen wij voor het eerst een artikel over het visserslied, maar ook een interessante bijdrage van Pierre Vantorre over de kleine winkeltjes van vroeger.

Bestuurslid meester Vlietinck ontleedt voor ons de grafstenen uit de kerk te Heist. In 1977 telde Heyst Leeft reeds 412 leden.