Heyst Leeft haalt slag (voorlopig):
Thuisvisserijschool komt in aanmerking voor bescherming

Naar aanleiding van de Open Monumentendag 1993 werd op vraag van de heer Deman, voorzitter ARGO, door Heyst Leeft een dossier opgesteld met de bedoeling de bescherming aan te vragen voor het gebouw ‘t Kasteeltje te Heist.

Op 23 september 1993 werd dan ook een aanvraag ingediend bij het gemeentebestuur van Knokke-Heist.

Op 13 januari 1994 kregen wij als antwoord dat het Schepencollege de zaak behandeld had en met gunstig advies zou doorsturen naar het bevoegde Ministerie.

Tot onze grote verwondering lazen we in mei in de kranten dat er blijkbaar een koerswijziging was, en dat het Gemeentebestuur had afgezien van het voorstel tot klassering. Wel bleef het de bedoeling het pand stedenbouwkundig te beschermen.

Wat was er nu precies gebeurd? We vernamen dat de waarnemende directeur Staelens een brief had geschreven naar de gemeente met bezwaar tegen de bescherming omdat hij meende dat daardoor de uitbreiding van de school in het gedrang zou komen.

Heyst Leeft hield evenwel voet bij stuk en drong andermaal aan op de klassering als monument.

Op 7 juli 1994 schrijft de heer Johan Sauwens, Vlaamse minister van Verkeer, Buitenlandse Handel en Staatshervorming dat er geen enkele twijfel bestaat omtrent de monumentale waarde van het gebouw dat nu tot het complex van de visserijschool behoort. “Het bestuur Monumenten en Landschappen is bereid met de opmerking van de school rekening te houden bij de opmaak van het beschermingsvoorstel, meer bepaald door bijzonder selectief op te treden bij het inventariseren van beschermenswaardige interieurelementen. Op die manier kan de beschermingsaanvraag gehandhaafd worden en blijven de werking en de leefbaarheid van de actuele bestemming gewaarborgd.”

En dat is precies wat Heyst Leeft beoogde met dit initiatief. Heyst Leeft zal dan ook niet nalaten de heer Minister te feliciteren en te danken voor het ingenomen standpunt.