Aan de vrienden van Heyst Leeft
Een zondag voor de oorlog ! - Charles Claeys
Rita Vandewalle
Zo begint de redactionele bijdrage van de heer Charles Claeys, die onze oproep om ook eens een bijdrage te leveren voor ons tijdschrift alvast positief heeft beantwoord.
Even... Mijmerend door het leven
Als trouw lezer, reeds enkele jaren toch, van “Heyst Leeft”, ben ik dan ook maar eens in mijn pen gekropen. Heyst Leeft gaat toch terug naar de “mooie” tijd van toen...
Een zondag voor de oorlog ! Met mijn 66 jaar, vond ik het wel eens de moeite om terug te denken aan die periode van voor de tweede wereldbrand, maar daarover is reeds een en ander verschenen.
Wij woonden toen in het stille Zeebrugge, met ouders, twee broers en grootvader.
In de voormiddag moesten wij naar de Heilige Mis, en mochten dan met vriendjes terug in de wekelijkse plunje gaan spelen. Normaal hadden wij, kinderen, twee weekdaagse en één zondagse plunje. Wij wisten ons goed te amuseren met kleine dingen. Bij slecht weer postzegels uitwisselen, sketches opvoeren, wandelingen maken... wij wisten van niets beters. Maar toch waren wij gelukkig !
Op een vastgesteld uur moesten wij thuis zijn voor een rijk gevarieerd zondagsmaal. Het was altijd wel iets speciaals daar toch ook niet iedereen met zijn wensen aan bod kwam en wij alle spijzen lieten smaken. Er zat trouwens geen andere oplossing op, want vader, aan het hoofd van de tafel, hield bij allen een oogje in het zeil. Een taart met koffie of chocolademelk kwam onmiddellijk na het maal op tafel en bij mooi weer mochten wij terug ons zondagsplunje aantrekken en gingen wij op stap naar Heist.
Mijn tweede broer in de kindervoituur en enkele jaren later mijn derde broer in de voituur en ik aan het duwen. Langs de Heiststraat belanden wij aan het sas van Heist. Een blik op die mooie blauwe open zee, en verder langs de Zeedijk. Naar het groot marktplein toe, was immers de aangewezen weg naar Gillion Oppalfens, een gewezen rijkswachter die zijn café hield op de hoek van de Marktstraat en de Hermans Lybaertstraat.
In die tijd was mijn vader bij de politie en was er een behoorlijke samenwerking tussen beide groepen. Polities, rijkswachters, douaniers en zeevaartpolitie waren elkaar te vriend en zo werd er op de hoek wel een en ander uitgewisseld over de voorbije problemen. Ondertussen mochten wij na één limonade, met een stuk chocolade verdwijnen op het Marktplein, waar de jeugd in groot aantal aanwezig was. Rond 17.30 uur werd de terugweg aangevat, het beste werd aan elkaar toegewenst voor de komende week en tot volgende zondag dan...
Zo waren wij reeds vanaf 1932 vele malen terug te vinden in Heist.
In de vakantiemaanden namen wij deel aan de vele sportmanifestaties op het strand en op de zeedijk. De bloemenstoet was de slotfase van het seizoen, goed of slecht weer, ze werd steeds druk bijgewoond. De Heistse reuzen Pier en Wanne zullen ook wel dateren uit deze tijd???
Zo konden wij met volle teugen genieten van de gezonde zeelucht en bleven wij misschien daardoor, van ziekten gespaard. Want in deze tijd, was er in iedere klaslokaal een rokende kachel, die een verpestende lucht verspreidde. Verhalen over het papierkot zal ik jullie besparen, maar ik kan wel bevestigen dat ik er alle afmetingen van kende uit het hoofd !!!
En nu... kruipen onze kleinkinderen van kort na de middag voor de verdomde beeldbuis, die alle familieleven buitenhoudt. Wij zitten allen samen, maar er is geen contact meer. In vele gevallen zelfs hebben families één reserve en zelfs per kamer een afzonderlijke televisie, zodat wij, die van de derde generatie dan, toch eens de mogelijkheid hebben om naar één of andere geliefd sportgebeuren te kijken.
De huidige tijd gaat nu snel vooruit... en die gelukkige oude, gezonde tijd, komt niet meer terug!
Charles Claeys, reeds 43 jaar Heistenaar.
Tussen vloedlijn en einder...
De zee trekt zich terug van het bronstige strand.
En de wind fluistert, ik wil geen kind van water en zand.
Een zeemeermin strandt.
De nacht zwicht voor het licht van een zachtroze gloed.
En de zon prevelt, ik baar geen dag in schemer op dauw.
Het Oosten kleurt blauw.
De kiem zoekt zijn baan
naar de vrucht en wordt leven.
En het hart bedelt,
wijs dit kind de weg naar de einder.
Zijn vloedlijn mijmert...