Tussen dorp en dijk
Knocke -aan-zee in 1897
“De opbloei van deze mooie verblijfsplaats der Belgische kust werd het gevolg van het aanleggen, in 1890, van de buurtspoorweg Heist – Knocke – Westkapelle-Sluis en Westkapelle – Brugge. De duinen van Knokke genieten de faam bijzonder schilderachtig te zijn, en zulks is tenvolle gewettigd”.
Aldus de toeristische brochure van 1898: “Blankenberghe, Heyst et Knocke” door ingenieur G. Détrez, uitgegeven te Rijsel. We laten er het voornaamste uit volgen.
“Van 1889 af nam Knocke zijn aanloop als badplaats. Toen was er op zijn natuurvol strand tegenover zee enkel een vuurtoren en een hulppost voor schipbreuken, maar een dijk van 300 meter was reeds met het dorp verbonden door een steenweg van 1.200 m. Hotels, villa's en lusthuizen waren in aanbouw. De badendienst bestond uit een 12-tal kabienen. In 1897 is het aantal tot 52 opgelopen. Er kwamen meer dan 3.000 vreemde bezoekers.
Het is een Vlaams kunstenaar, Alfred Verwee, die zijn borstbeeld binnen een tuintje heeft aan een plein in volle aanleg, die enkele jaren geleden de ontdekking deed van het originele plaatsje, nu volop de afspraak van de kunstenaars.
De kerk van Knocke bezit niets merkwaardigs, nochtans buiten een toren der 14e eeuw, de drie schilderijen van Erasmus Quellinus de Jonge van 1666, en een kommuniebank in gebeeldhouwde eik.
Knokke heeft 1.700 inwoners. Hiervan zijn 15 hotelhouder, 2 dokter en 1 apoteker... Op de dijk is er het “Grand Hôtel de Knocke”, geopend in 1890, de hotels du Phare en Beau-Séjour. Langs de weg die naar het dorp loopt: hotels des Dunes, des Familles, du Parc, du Prince Baudouin, du Lion d'Or, beide laatste nabij het dorp. In het dorp zelf: hotels de Bruges, du Cygne (tramhalte), de la Marine.
Van Heist tot Knokke vormen de duinen niet enkel een kuststrook. Zoals in de omgeving van Blankenberge behielden ze hun grootsheid van weleens, de wilde en geheimzinnige charme van hun diepe en sombere poëzie. Het geruis van de zee aan de rand, de plechtige stilte die midden de verlaten heuvels heerst, alle ontbreken van bomen, daarbij een volstrekte verlatenheid, alles is in deze eentonige woestijn samengebracht om de wandelaar over te laten aan zijn droomgedachten en hem te doen houden van de poëzie der duinen”.
BOVEN: bij het afsluiten van de vorige eeuw had het dorp nog al zijn landelijke charme aan te bieden. Hier ziet men de “dikke boom” bij “Mon Rêve”, een der eerste villa's aan de Jodestraat.
ONDER: de zeedijk verlicht door gaslantaarns.
1885. Op de voorpagina: Het eerste strand van Knocke-aan-Zee in 1885, met de vuurtoren en de uitbatingen van Dries Verheye, Lützenrath en bakker Lievens. (gekleurde pentekening van André D'hont in verzameling Kinders Siska).