Op de koffie bij Willy De Grauwe...
Marie-Christine Dezutter en Rita Vandewalle
Zes jaar terug gingen onze vrouwelijke bestuursleden Marie-Christine Dezutter en Rita Vandewalle op bezoek bij ere-schepen Willy De Grauwe.
Het werd een aangenaam onderhoud en over de reportage was Willy in de hoogste hemel.
Als herinnering willen wij nog een keer een aantal passages hernemen.
Willy werd geboren op 29 mei 1906 als eerste en enige zoon van een gezin dat 5 kinderen zou tellen.
Drie van zijn zusters zag hij toetreden tot het klooster.
Zijn roeping zou werelds blijven, maar rijk aan sociale, politieke en beroepsvaardigheden.
Als kleuter zat hij bij zuster Généviève en zuster Albertine.
Daarna ging hij naar de gemeenteschool om uiteindelijk bij de broeders (de frères) te belanden.
Op 15-jarige leeftijd nam hij de beslissing om bakker te worden. Zijn eerste ervaringen deed hij op als jobstudent.
Hij werkte bij bakker Jan Everaert, bakker Leopold Savels en bakker Albert Vandepitte.
Hij keek niet alleen naar het brood, maar ook naar de dochter, en zo huwde hij Maria Savels (1930).
Tijdens zijn legerdienst werkte hij in de militaire bakkerij te Gent waar hij als brigadier reeds een leidende funktie kreeg.
Na zijn legerdienst werkte hij twee winters bij de voorzitter van de Belgische bakkers te Brussel.
Hij kreeg er bijscholing en behaalde er zijn diploma.
In 1930 startte hij in de Polderstraat zijn eigen zaak. Er stonden toen nog maar een zevental huizen in de straat, want de uitbreiding oostwaarts kwam pas op gang.
Het brood werd thuis bezorgd met een triporteur met hond.
Toen dit verboden werd kocht hij een Ford
Hij was reeds vader van drie kinderen toen de oorlog uitbrak en maakte zo de evacuatie van Heist mee naar Knokke.
Burgemeester Deckers vroeg hem brood te bakken voor de Heistenaars in de leegstaande bakkerij van Dumarey.
Brood bakken zonder elektriciteit, zonder zout, zonder gist, zonder steenkool...
Na de terugkeer kreeg hij meer hulp van zijn kinderen en knecht Joseph Casier, zodat er enige ruimte ontstond om aan politiek te doen.
In 1952 contacteerde burgemeester de Gheldere hem om in Heist de CVP op te richten.
Na mijnheer de notaris behaalde Willy de meeste voorkeurstemmen. Hij werd voorzitter-bedeler van de C.O.O.
Vier maal bekleedde hij een mandaat (schepen van feestelijkheden, burgerlijke stand, financiën).
Met schepen Georges Parez was er een optimale samenwerking en een hechte vriendschapsband.
Fier als en gieter vertelde Willy dat hij de politieke fakkel met succes heeft kunnen overdragen aan zijn zoon Karel.
Willy was ook zeer actief in het verenigingsleven, vooral dan bij de schutters waar hij stadhouder van de Duinehalm was.
Niet minder dan 40 jaar bleef hij actief als kerkmeester (lid van de kerkfabriek), met als functie schatbewaarder.
Willy was ook voorzitter van t’ Heist Best.
En tussendoor beoefende hij zijn grote hobby en passie: het tuinieren.
Als afscheid had hij het nog over een aantal politieke figuren zoals burgemeester de Gheldere,, schepen Parez, beenhouwer, gemeenteraadslid en gemeentesecretaris Warmoes, Omer Vlietinck (smid en gemeenteraadslid), apotheker Maes, Kamiel van Foks (Vantorre, gemeenteraadslid uit de oppositie) en Alfred Martony (gemeenteraadslid uit de oppositie).
Oneindig fier toonde hij ook zijn gesculpteerde doos, gemaakt door zuster Emilia, vol met eretekens en medailles.
Blijken van waardering voor zijn inzet, ambitie, het zich nuttig maken voor de anderen.
Willy bleek geroepen om naast zijn eigen leven in gezinskring en bedrijf, ook nog leven op te bouwen in de kerk en de sociale gemeenschap. En hij deed dat met succes.
De jongste jaren keek hij tevreden terug op zijn rijk verleden, en koesterde hij zich in de genegenheid van de familie en vrienden.
Mensen als Willy moeten een inspiratie zijn voor de nieuwe generatie zodat steeds opnieuw mensen bereid blijven om iets te doen voor de anderen.
Een woordje van de familie
Marcelline.
Eenvoudig en gelaten heeft vader ons verlaten. Geen klacht, geen zucht.
In zijn slaap is hij heengegaan.
Hij kwam uit een diepgodsdienstig gezin, was sterk en genoot een blakende gezondheid.
Het deed hem genoegen zich in te zetten voor de anderen, zich nuttig te maken, aan dienstbetoon te doen. Hij hield van de mensen.
In de oorlog bakte hij brood in moeilijke omstandigheden, omdat de mensen honger hadden...
Zijn vrouw Maria was een bakkerin uit de duizend en samen hebben zij hard gewerkt. Hoeveel mensen hebben van hem brood ontvangen om lichamelijk verder te kunnen... en zijn gulheid en vriendelijkheid betekenden voor velen ook geestelijk voedsel.
Hij was graag bij de mensen: als schepen was hij er voor de Heistenaars.
Hoeveel paartjes heeft hij niet in de echt verbonden als ambtenaar van de burgerlijke stand?
Gedurende zijn 40 jaar lidmaatschap van de kerkfabriek heeft hij vele pastoors zien komen en gaan.
Op sociaal vlak liet hij zich niet onbetuigd: zijn blij optimisme gaf hij door aan allen die hij ontmoette.
Vooral in de schuttersvereniging ‘De Duinengalm’ was hij een gewaardeerde vriend.
Hij was ook zeer lang spelend lid van de Koninklijke harmonie Sint-Cecilia Heist.
En tussendoor beoefende hij zijn grote hobby: het tuinieren.
Hij kweekte groenten en bloemen en was zeer begaan met zijn vrienden de duiven.
Pa is een van die mensen die onvergetelijk zijn: een fris gezicht, vinnige ogen, onvermoeibaar, een gouden hart en voor iedereen een brede glimlach.
Tot zijn tachtigste was hij overal nog graag bij en stak hij af en toe nog eens een handje toe in de bakkerij.
Brood en koeken bakken was zijn leven.
Toen kwam zijn handicap en werd hij afhankelijk van moeder, zijn grote steun die hem te vroeg werd ontnomen.
Vanachter zijn gordijntje bleef hij met luisterend oor en scherp gezicht alles gadeslaan. Hij bleef er met zijn goede raad en zijn wakkere geest voor iedereen.
Met verlangen keek hij uit naar het wekelijks bezoek van zijn twee kloosterzusters, die hem steeds weer kracht gaven om verder te vechten.
In Lindehoeve genoot hij ervan steeds zijn familie dicht bij hem te hebben en de uurtjes in de cafetaria fleurden hem op met die babbels over de gezellige oude tijd. Ok bij elk feestje was hij steeds van de partij.
‘Pa, je was een uitzonderlijke mens, altijd welgezind, met alles content, steeds bezorgd om ons, je was onze liefste toeverlaat’.
Willy De Grauwe - 1980