Mededelingen
7. Heemkundige Wandeling in Dudzele

K. en M. D’hooghe

Op zondag 21 augustus 1983 ll., om 14.30 uur stonden een veertigtal geïnteresseerden aan de zuidzijde van de kerk van Dudzele de donkere wolkenhemel wantrouwig te bekijken. Enkele regendruppels vielen; maar daarna was de zon, voor de rest van de namiddag van de partij.

Onder leiding van bestuurslid Maurits Coornaert, een der beste kenners van de polderdorpen ten Noorden van Brugge, werd de wandeling in en rond de dorpskom aangevat.

We startten bij de dorpskerk, die midden op de woonterp van een kreekrug staat.

Eerst werd de ruïne van de Westertoren, ook nog het "Reuzenkasteel" geheten, bekeken. In feite zagen we maar de helft van het eens machtige Romaans Westportaal. Deze is nu nog aan de westkant geflankeerd door een verminkte Westertoren, die grotendeels steunt op stoere veldstenen muren. De dikte van de muren was best te zien aan het "Aloyske" of het "Rooster". Pol Danneels wist te vertellen dat het "Rooster" in zijn jonge jaren nu en dan nog dienst deed als gevangenis voor een te lawaaierige dronkaard. Het was afgesloten met een hek of rooster, vandaar de naam.

M. Coornaert leidde ons tot aan de absis van de oude Romaanse kerk, thans ingewerkt en gebruikt als absis voor de nu bestaande kerk. Vooral dan werd het ons duidelijk, dat we stonden voor een der grootste kerken ten Noorden van Brugge uit de Middeleeuwen: een kathedraal gelijk! - 80 m lang, 25 m breed. Daarvoor zijn Sint Lenaart en de vele bedevaarders met hun milde offergaven verantwoordelijk. Jammer dat de Geuzen er lelijk huis hielden. Nog niet helemaal hersteld van de verwoesting, stortte de vieringstoren in. Dat was de Dudzelenaren te veel, en de kerk werd na 1673 bescheidener van formaat heropgebouwd.

Na deze kennismaking met de kerk begon nu pas de wandeling: eerst door het Oostdorp, het minst bevolkte deel ten Oosten van de kerk en het woongebied van de vroegere notabelen. We zagen het mooi herstelde huis "Bona Dies" van de gewezen familie Urbaens, rentmeesters van de Heer van Dudzele (thans eigendom van de stad Brugge); ook de onderpastorij waar Amaat Vyncke gewoond heeft (zie boek over Amaat Vyncke van E.H. Lode Monbaliu). Daarna werd onze aandacht getrokken op de zijweg met de vervallen stokerij. Deze weg eindigt op een weide, waardoor vroeger een "kerkeweg" naar Koolkerke liep, met ernaast een ader, de oudste vaarweg van Dudzele naar Brugge.

Verderop ligt het omwalde kasteelhof "Goed van Gramez", waar nu Dr. Buytaert woont. Hugo Gramez was tresorier van Keizer Karel. Een 100 m verder ligt het "Kasteeltje" van boer Van Dycke, met het prachtig herstelde opper- en neerhof. Tussenin loopt de Eevoorde die de Damse steenweg ondergronds oversteekt naar Ramskapelle en naar de Noordwatergang.

In die buurt vertelde Pol Danneels enthousiast over de herberg van de Amaat Vyncke-muziekmaatschappij. Daarmee raakte hij het verschijnsel aan van de vele negentiende eeuwse herbergen van Dudzele. M. Coornaert noteerde er wel 84 in 1910, waaronder 14 jeneverherbergen!!! Amaat Vyncke zorgde ervoor dat ze meestal mooie Vlaamse namen droegen, zoals "Vlaamse Leeuw", "Vlaamse Vlag", "Schild en Vriend", "Vlaanderland", "Sint-Lutgardis", enz. Al deze herbergen werden bevoorraad door drie Dudzeelse brouwerijen: St.-Lenaart, St.-Arnoldus en de Noordster.

Hierna begon de verkenning van het meer bevolkte Westdorp. Ook hier was er een overvloed van herbergen vóór de Eerste Wereldoorlog: o.a, "De Vrede" (geboortehuis van Pol Danneels), “’t Einde van de Wereld", "Sint-Joris" (met de schuttersgilde van St.-Sebastiaan), "Het Schaak", "De Drie Koningen" enz. Tussen al die drankgelegenheden in lagen: de Meisjesschool, het Gemeentehuis en het grote herenhuis van wijlen notaris Depuydt; ernst en luim broederlijk naast elkaar.

Op het einde van de dorpsstraat, nu de dorpskern bekeken was, ontfermde voorzitter René De Keyser zich over de droge kelen en vermoeide voeten. In het oude tramstation "De Drie Zwanen" hielden we halt en bleven er wat verpozen.

Het einde van de wandeling was echter nog niet bereikt. We moesten ons leven riskeren en de drukke autoweg van de Dudzeelse steenweg oversteken. Meteen sloegen we de "dreef" in naar het Middeleeuws kasteel van de Heren van Dudzele. Naast de weg liep vroeger de "Schipgracht" waarlangs het vervoer gebeurde van de kasteelhoeve naar de Dudzeelse Watergang en zo verder naar Brugge. Op het einde van de dreef ... een weide met koeien!

Zelfs de terp, waarop het "upperhof" moet gestaan hebben, is niet meer te zien. Alleen een deel van de cirkelvormige omwalling is nog aanwezig. Ook de mini-"sluikopgraving" van P. Danneels (ondernomen met goedkeuring van boer Omer Van Kerschaver, uitbater van het ernaast gelegen neerhof) bewees ons het bestaan van een vroegere bewoning aldaar. Vergane glorie!

Langs het Neerhof, waar men onlangs een reeks van 19 "kokette" sociale woningen heeft opgetrokken, gingen we naar de Herdersbrugstraat.

Daar kwamen de molenkenners aan hun trekken. Er werd verteld over de Proostmolen, de Westmolen (of Dorpsmolen) van Maenhout, de Oostmolen op de Hoge Maat, de Rysselemolen langs de Oostheerweg en volledigheidshalve over de vuur- en stoommolen van Van Holm langs de Dudzeelse steenweg. Oorlogs- en spionnageherinneringen in verband met de molenaars, werden opgediept door Meester Monbaliu en P. Danneels.

Achter het kasteeltje van Bossier bleef nog één merkwaardigheid te zien: onze voorzitter R. De Keyser wees ons een moerbezieboom aan. Die oude boom wordt gestut en draagt nog sappige bessen (vorm van frambozen met kleur van braambessen). Hij is vermoedelijk een overblijfsel van een staatsproject uit de vorige eeuw dat dergelijke aanplantingen steunde in de hoop een lonende zijderupsteelt te doen ontstaan.

Hiermee eindigde de wandeling. Het was half zeven geworden. In de verte reed een trein op het pas aangelegde talud: een monsterrups in het polderlandschap. Dit bracht ons terug bij de niets ontziende technologie van 1983 en dagelijkse werkelijkheid. Dan maar afscheid genomen en opgestapt, dankbaar voor het gezelschap en de zeer interessante en geleerde rondleiding.

Mededelingen - 7. Heemkundige Wandeling in Dudzele

K. en M. D’hooghe

Rond de poldertorens
1983
03
136-138
Els Van Broeck - Chantal Dhondt
2023-06-19 15:26:46