Verslagen en Mededelingen
E. Heemkundige Wandeling op Nieuwvliet

Spijt het dreigende wolkendek, mocht voorzitter René De Keyser toch een vrij grote groep wandelaars verwelkomen te Nieuwvliet in Zeeuws-Vlaanderen. Onder de 50 man sterke groep bemerkten we trouwens veel vrienden. heemkundigen uit Westelijk Zeeuws-Vlaanderen.

Nieuwvliet, zoals trouwens gans Zeeuws-Vlaanderen, is historisch sterk met het Graafschap Vlaanderen verbonden, meer bepaald met de geschiedenis van het Zwin. De gemeente is immers ontstaan in de inpolderingen van de oostelijke arm van. het Zwin, het Zwarte Gat.

Onze gids, Albert De Keyser, had een zeer degelijke studie gemaakt van deze inpolderingen. De studie is reeds gedeeltelijk verschenen in "Rond de Poldertorens" en zal eerstdaags, nogmaals aangevuld, verschijnen in ons tijdschrift.

Na een wandeling door het hedendaagse dorpje met zijn keurig en verzorgd uitzicht, maakten we een wandeling langs zijn oude dijken. De oostelijke arm van het Zwin werd geleidelijk ingepolderd, vooral in de periode 1448 tot 1550 en versmald tot alleen nog een lange maar nauwe Groote St.-Anna polder overbleef (1602). Bij deze inpolderingen speelde de Brugse familie Jan Adornis een grote rol.

De godsdiensttroebelen en de Tachtigjarige Oorlog brachten definitief de scheiding met het moederland Vlaanderen. Met dit godsdienstig probleem werden we trouwens geconfronteerd toen we iets vernamen over de verscheidene godsdienstige richtingen die hier in de streek voorkwamen: protestant, hervormden, doopsgezinden, Franse Hugenoten, Salzburgse inwijkelingen, Nieuwe Evangelische Kerk.

Als voorlaatste punt: bezoek aan het stemmige kerkje der Her­vormden. In deze bidplaatsen wordt uiterste eenvoud en soberheid nagestreefd. De voorzitter van het College (zowat de kerkfabriek bij ons), de heer Provoost, gaf ons enkele woordjes uitleg over de kansel en toonde ons de kerkregisters en andere bezienswaardigheden.

Om de wandeling af te sluiten: bezoek aan en beklimmen van de 18 m hoge stenen romp van de stellingmolen, gebouwd in 1859. De eigenaar, de heer de Hullu, trad zowaar als gids op en toonde ons boven het wijde, vlakke land.

Voorzitter R. De Keyser rondde de wandeling af met een kleine herinnering aan deze mooie dag aan te bieden aan de vriendelijke eigenaar.

20 mei 1979