Wie herinnert zich nog de gasketel aan de Polderstraat ?
André Desmidt
Ooit kon men in Heist een reusachtige ketel zien staan die zorgde voor de goede gastoevoer in Heist. De familie Gydé had de verantwoordelijkheid daarover en daarom spraken we met Mare, zoon van Willy en kleinzoon van August.
De gasketel werd gebouwd in 1922, en was eigendom van de N.V. H. Desclée & Cie. uit Brugge. Pas later werd die dan overgenomen door EBES.
De functie van de ketel was eigenlijk om er voor te zorgen dat het aangevoerde gas, dat van uit de Cokes-fabriek Zeebrugge via Brugge onder middendruk aangevoerd werd tot in Heist, daar in de ketel onder lage druk kwam om zo via de straatleidingen bij de mensen thuis binnen te komen. De ketel bestond uit twee delen: een ronde opstaande kuip voor een deel gevuld met water en daarop een omgekeerde beweegbare open cilinder waarvan het onderste deel steeds in het water moest zitten opdat er geen gas zou kunnen ontsnappen.
Het geheel werd dan gevuld met gas, en aan de hoogte van het bovendeel van de omgekeerde cilinder kon men zien of er gas genoeg aanwezig was. Beginjaren zestig werd de ketel afgebroken. De functie van de gasketel werd opgeheven en de gastoevoer voor Heist, Zeebrugge en Lissewege kwam dan vanuit de stockageplaatsen, uit grote liggende tuben op de site van Ebes Knokke-Heist, in de Meerlaan te Knokke, waar de gasketels toen ook al afgebroken waren.
De eerste verantwoordelijke was een zekere mijnheer Keulenaere. Die werd opgevolgd in 1924 door de Bruggeling August Gydé, die zich met zijn vrouw Idalia De Preetere ging vestigen in het huis in de Polderstraat 41 te Heist-aan-Zee.
Van links naar rechts : Gydé August, zoon van Constant, Gydé Walter, zoon van August Gydé Pieter, wever van beroep en gestorven op 92-jarige leeftijd Gydé Constant, zoon van Pieter een viergeslacht dus. Foto 1921
Het gezin van August Gydé kreeg drie kinderen:
- Raymonda (gehuwd met Bommelé Marcel)
- Willy (gehuwd met Irène De Bedts)
- Walter (gehuwd met Debruycker Henriette)
Het was voor die stadsmensen niet gemakkelijk om zich aan te passen aan de leefgewoonten in het vissersdorp Heist, waar het toerisme toen in opkomst was.
August was een stadsmens en had de reputatie een levensgenieter te zijn. Hij ging op zondag en dinsdag graag eens op café en nam geregeld de trein om uitstapjes te maken. In Heist was hij een “meneertje”.
Tot op de gezegende leeftijd van 99 jaar genoot hij letterlijk met volle teugen, vooral van een heerlijke sigaar en liefst in aangenaam gezelschap.
Gydé August en zijn echtgenote De Preetere Idalia
Af en toe trok hij er nog op uit naar zijn zusters in Brugge of naar een vriendin in de Kursaalstraat.
Daar liep het bijna fataal af want door gasuitwasemingen bedwelmd, vonden ze hem na 2 dagen bewusteloos in de zetel en bleef de vrouw des huizes dodelijk geïntoxiceerd. Maar na enkele weken liep August weer fit en gezond door de Heistse straten.
Maar nu even terug in de tijd...
De hoofdopdracht was om zoveel mogelijk huisaansluitingen te realiseren. De eerste jaren was het dan ook niets anders dan gaten kappen om de leidingen binnen te brengen. Natuurlijk werd August bijgestaan door medearbeiders die elke dag met de trein uit Brugge kwamen.
Samen trokken ze dan met de stootkar naar de werkplaats waar de aansluiting moest gebeuren. De stootkar was zo gemaakt dat de wielen konden afgedraaid worden zodat de kar een werkbank werd!
Gydé August (rechts)
Pikant detail: er werd gewerkt aan de gasleidingen terwijl die nog onder druk zaten. De arbeiders ademden het gas in en daarom waren ze met drie om elkaar af te lossen wanneer ze onwel werden...
Maar er moest ook permanent gekeken worden of er genoeg druk op de ketel zat (misschien komt die uitdrukking hiervan ?). Zoals eerder gemeld kon dit gezien worden door het niveau van de bovenkap.
Bij hoog verbruik moesten de kranen (vannen) opengezet worden zodat er maximale toevoer was. Pieken van hoog verbruik waren er in de zomer als er veel toeristen waren, en in de winter als er veel verwarmd moest worden.
Tijdens de oorlog draaide de zaak op een laag pitje. Er was maar gedurende een aantal uren per dag gas beschikbaar... de toevoer was gerantsoeneerd (lees: beperkt).
In 1952 volgde Willy zijn vader Gustje Gydé op.
Een memorabel moment was de installatie van de eerste gasradiator ten huize Gydé. Heel wat mensen kwamen kijken want dit hadden ze nog nooit gezien. En voor Willy was het een unieke gelegenheid om de mensen te wijzen op de voordelen van gas en verwarming op een moderne manier.
Hoewel gas en elektriciteit onder één noemer bij EBES waren ondergebracht, waren het toch twee afzonderlijke afdelingen die zich soms concurrentieel opstelden.
De eerste bedrijfswagen kwam er in 1960: de gekende Citroen camionette met een carrosserie die deed denken aan golfplaten... Dit was natuurlijk een grote stap vooruit!
Het nadeel van de controleopdracht en het permanente toezicht was natuurlijk dat men nooit eens weg kon. Wilde men naar het strand dan moest men van op een duinentop de ketel in de gaten houden, en bij een te lage stand holderdebolder naar huis om... de “vanne” open te draaien.
Zoals eerder gemeld werd de ketel afgebroken in 1962 en vervangen door liggende vaten vol gas onder druk die in verbinding stonden met een “détendeur”. In Heist was er geen centrale meer, maar wel in Knokke aan de Gasmeterstraat (Meerlaan).
Revolutionair was de vondst van de gasbel in Slochteren (NL) waarna men een gasnet uitbouwde voor toelevering van aardgas. Deze omschakeling vond plaats in 1967-1968. Een zeer drukke periode want alle huishoudelijke toestellen moesten gecontroleerd worden en de nodige aanpassingen dienden te worden uitgevoerd.
De taak van Willy evolueerde en in de jaren zeventig was hij de EBES-verantwoordelijke of lokaal agent die zich vooral bezig hield met de verkoop. Hoe meer aansluitingen hoe beter en hoe meer toestellen ook. Vooral de overschakeling van verwarming op aardgas was belangrijk.
In 1978 ging Willy met pensioen en vestigde zich, met zijn echtgenote De Bedts Irène in de Knokkestraat 60 te Heist (dit pand wordt nu afgebroken samen met de woningen van De Schepper en Keestjes, om plaats te ruimen voor het zoveelste appartementsgebouw).
De Bedts Irène met dochter Gydé Rita
Vandierendonck Maria (Mietje van Kneveltjes, moeder van De Bedts Irène) met kleindochter Gydé Rita, poserend voor de gasketel.
Heist dankt Knokke (uittreksel uit gemeenteraad van 19.02.45)
Hierbij de innigsten dank van het Gemeentebestuur en de bevolking van Heist-aan-zee aan het Gemeentebestuur en de bevolking van Knokke voor het lieflijke onthaal verleend en de goede zorgen betoond aan de inwoners van Heist-centrum tijdens hun verblijf te Knokke hen opgelegd bij het Duitsche evacuatiebevel van 24 september 1944.
Gemeentesecretaris Claeys, de heer Heyneman bureeloverste in den bevoorradingsdienst en gansch het gemeentepersoneel der stad Knokke die met zoveel ijver en bereidwilligheid zich ten dienste hebben gesteld van de Heistsche bevolking.
Aan allen onze innigste, onze hartelijkste dank !
Aangenomen met eenparigheid der aanwezige leden.