Herinnering aan Staf Vermeille (1926-2011)
André Desmidt
Al wie met de visserij te maken had in de naoorlogse periode heeft kennis gemaakt met meester Vermeille, de latere directeur van de vrije visserijschool.
Al wie in Heist met literatuur te doen had, kende beslist ook Gust Vermeille onze dichter en bezieler van de poëziedagen in Heist.
Al wie met de CVP of de christen democraten op lokaal vlak te maken had, kende zeker ook Staf Vermeille, de voorzitter van het ACW.
Geboren en getogen in Heist. Wie herinnert zich nog de smidse of café De Smisse op de hoek van de Kursaalstraat en Bondgenotenlaan met de Westkapellestraat (vroeger daarom ook Driewege genoemd).
Het was Jan Vermeille die van Knokke kwam en in 1888 de smidse op die locatie oprichtte. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Hendrik (die huwde met Alice Baervoets) die hoefsmid was en zich specialiseerde in paardenbeslag en het maken van hoepels voor de wielen. In die tijd was er druk verkeer met paard en kar vooral naar de steenbakkerij.
Gustaaf Jan Vermeille is dus een honkvaste Heistenaar die in Brugge geboren werd op 6 maart 1926 kort voor de eerste grote economische crisis van de jaren dertig.
De ouderlijke woning
Staf Vermeille op zijn plechtige communie
Staf ging naar de gemeenteschool in de Pannenstraat om daarna zijn lager middelbaar te volgen in het Sint-Pieterscollege te Blankenberge (1938- 1941). Tijdens de oorlogsjaren (1941-1945) studeerde hij aan de normaalschool te Torhout waar hij het diploma van onderwijzer behaalde. Na de oorlog kon hij aan het werk als onderwijzer in de gemeentelijke jongensschool te Zuienkerke (1945 - 1947) tot aan zijn militaire dienst (juli 1947-juli 1948).
Foto Soldaat Staf
Daarna volgt hij de opleiding leraar ter visserij aan de zeevaartschool te Oostende (1949-1950).
Na zijn legerdienst hervat Staf Vermeille zijn taak in het onderwijs: eerst als leeraar (1948 - 1969) en later als directeur van de vrije visserij school (tot aan de fusie met de rijksvisserijschool).
Als gezonde jonge gast had Staf natuurlijk ook oog voor het vrouwelijk schoon en zijn oog viel op de Zwankendamse (met Limburgse roots) Mientje (Julia Wilhelmina) Van Herck die school liep bij de zusters te Heist.
Die vrijage (ontelbare keren fietste Staf van Heist naar Zwankendamme) mondde uit op een huwelijk op 3 april 1951 met drie kinderen Marianne, Johannes en Vinz en drie kleinkinderen en twee achterkleinkinderen.
De huwelijksfoto
Het visserijonderwijs
Na zijn militaire dienst komt Staf Vermeide in dienst bij de vrije visserijschool te Heist als leraar bij directeur Karel Ackx (1948-1969).
Te noteren dat de eerste vorm van onderwijs voor de vissers ingericht werd in 1904 op initiatief van EH Froidure. Dit was toen een avondschool in de gebouwen van de gemeenteschool (nu museum Sincfala). In 1925 werd er ook les gegeven op zaterdag en zondagmorgen aan de leerlingen van 13 tot 17 jaar.
Visser zijn, was toen voor een groot stuk een automatisme: men ging in zee omdat vader dat ook deed en de opleiding kreeg men als lavertje van de vader of een familielid. Dit veranderde in 1930 toen een bekwaamheidsattest of brevet noodzakelijk was om met een vissersboot uit te varen.
Dit had natuurlijk ook voor gevolg dat het aantal leerlingen enorm groeide en de 100 oversteeg. In 1947 startte men met een volwaardige dagschool tot in 1957, jaar waarin men verhuisde naar de Pannenstraat.
Vrije visserijschool - geboortejaar 1941 - 1942 met Boven: Robert Vandierendonck, Marcel Meyers, Gilbert Vanhulle, Robert Decuyper, Wilfried Wamez
Leerkrachten: Staf Vermeille, Albert Rappé en rechts directeur Karel Ackx
Midden: Edmond Heyneman, Jozef Sorgeloose, Gilbert Floste, Georges Gheselle, ?, Karel Vanderheyden, Walter Couwyzer, Jacky Rappé
Onder zittend: Jacky Gheselle, John Rappé, Roland Gheselle, Willy Vandierendonck, Roger Couwyzer, Robert Gheselle, Henri Pauwaert, Freddy Martony.
Elk jaar was er plechtige diploma-uitreiking op het stadhuis
In 1969 volgt Staf Vermeille de heer Karel Ackx op als directeur van de vrije visserijschool Heist-aan-zee en dit tot in 1978, het jaar waarin de twee visserijscholen fusioneren. Staf blijft in de school werken tot aan zijn pensioen in 1987. Hij was zowat 40 jaar secretaris van de oud-leerlingenbond Vissers vreugd !
Men bleef hem gemeenzaam meester Vermeille noemen en hoewel eerder klein van gestalte was het iemand waar men naar opkeek. Meester Vermeille was voor velen niet alleen de leerkracht en de directeur maar ook een vertrouwenspersoon. Men vroeg hem nooit tevergeefs om raad en het vertrouwen werd nooit geschonden vandaar het grote aanzien dat hij genoot in visserij kringen.
Bij de fusie van beide scholen verhuisde de vrije visserijschool naar het ”kasteeltje”. En zo werd directeur Vermeille eigenlijk ook een beetje een kasteelheer... (’t Kasteeltje is de vroegere woning van de aannemer Gustaaf Dejonghe - gebouwd in 1921 - en door de familie verlaten na de oorlog).
Na de oorlog wilde men absoluut een tegenpool voor het vrije visserijonderwijs en werd er onder andere bij Achille Van Acker aangeklopt om een locatie te vinden voor een afdeling visserijonderwijs binnen het Rijksonderwijs.
In 1978 moesten de twee rivaliserende scholen dan plots gaan samenwerken wat dank zij de minzaamheid van beide directeurs (Staf Vermeille en Omer Waeghe) toch goed afliep. pijtig genoeg is het visserijonderwijs ondertussen uit Heist verdwenen!
Het lerarenkorps van de rijksvisserij school onder leiding van directeur Omer Waeghe
Zittend: Jacques Stroobandt, Staf Vermeille, Omer Waeghe, Georges Jacobs en Alfons Savels
Staand: Jan Geleyns, Noel Germonprez, Jean Pincket, Juul Devocht, Freddy Van Hove, Jan Staelens, Karel Goeminne
De dichter
Is Staf Vermeille alom bekend, dan zijn er ook heel veel die GUST Vermeille kennen want onder die naam schreef en publiceerde hij zijn gedichten. Maar eerst moeten we het toch hebben over twee merkwaardige initiatieven: De Poëzieprijs Heist (1958-1975) en Weekend Poëzie aan zee (1968 - 1975).
Toppers voor het toerisme in Heist en activiteiten met een grote uitstraling (jammer dat deze verdwenen zijn). De schuur van het Boerenhof was toen het mekka van de Vlaamse Dichtkunst. Gust Vermeille hield er zijn literaire contacten en maakte veel vrienden dichters.
Gust Vermeille hier samen met Huib Gobert en tussen hen in Hubert Vanherreweghe
Gust Vermeille debuteert glansrijk met verhalend proza: Wat is een dag, Johannes? in 1956. Dit werk werd bekroond door het Antwerps literair tijdschrift “Het Cahier”. In hetzelfde jaar verschijnt ook zijn kerstverhaal: De avond nabij.
In 1957 verschijnt zijn derde verhaal De ontmoeting. In 1961 verschijnt zijn novelle: Witte donderdag: avondmis. Gust Vermeille schrijft zeer poëtisch en dat mondt uiteindelijk uit in het schrijven van gedichten. Zijn eerste dichtbundel: Disticha - 1958 bevat alleen tweeregelige strofen.
Verder kunnen we van hem nog lezen:
- De navelkijkers
- Interludium
- Dichtoefeningen
- Noorderlicht
- De vliegenier van lood
- Zo hard werken als de vogeltjes fluiten
In 1964 wordt hij bekroond met de Provinciale Prijs voor Poëzie. In 1974 krijgt hij de zilveren medaille voor cultuurverdienste Knokke-Heist.
Sociaal geëngageerd
Staf Vermeille was ook vele j aren voorzitter van het ACW Heist (sinds 1955) en hoewel hij geen tafelspringer was maar meestal werkte achter de schermen waar hij zijn waarden met hand en tand verdedigde.
Als sociaal geëngageerd en christelijk geïnspireerd man nam hij het op voor diegenen die het moeilijk hadden in onze samenleving. Daarom vond hij het ook belangrijk dat dit streven doorgetrokken kon worden tot aan de politieke top, ook op lokaal vlak.
Onder leiding van Staf groeide en bloeide het ACW en vele soortgenoten zullen zich wellicht nog de zeer geslaagde coöperatieve (ontspannings)avonden herinneren. Binnen de CVP zorgde hij dus voor een grote invloed op de lijstvorming en op het partijprogramma.
Vergeet niet dat Heist in 1958 drie ACW mandatarissen had (Robert De Corte, Omer Demey, Roland Deblaere) en dat de ACW-ers steeds verder hun stempel hebben kunnen drukken op het lokaal beleid zeker ook dank zij de inbreng van Staf Vermeille.
Wat het lokaal programma betreft was hij schrijver van de teksten en had hij dus een grote invloed. Zijn tussenkomsten waren steeds goed opgebouwd en ad rem en genoten de volle aandacht en vooral respect want Staf stond voor zijn zaak, hij was geen opportunist en deed het niet voor zichzelf maar voor de anderen, voor de gemeenschap.
Bij Nyamasheke was hij zeer actief vooral als de gewaardeerde verantwoordelijke voor de oude boeken. Dochter Marianne was trouwens secretaris.
Vlaams gezind
Volledigheidshalve moeten we ook toch benadrukken dat Staf een Vlaming was in hart en nieren. Het bijwonen van de jaarlijkse Ijzerbedevaart was voor hem samen met zijn vrouw een hoogdag, een Vlaamse hoogdag. Dit gevoel was ook aanwezig bij de ontmoetingen met zijn Vlaamse vrienden dichters en schrijvers.
In de Bondgenotenlaan wapperde steevast de Vlaamse Leeuw op 11 juli.