Het kasteel van Sluis
P.E. de Broek
Nadat Filips van Bourgondië de heerlijkheid Sluis had ingeruild voor de stad en het kasteel van Bethune, kwam Sluis in 1385 weer rechtstreeks onder de graaf van Vlaanderen.
Doordat Filips een werkzaam aandeel had in het bestuur van Frankrijk, veroorzaakt door de uitzinnigheid van de Franse koning, viel het hem gemakkelijk om het kostbare plan, dat hij met de ruil van Sluis had beoogd, door Frans geld te doen betalen, nl. de bouw van een kasteel. Zeker in zo verre dat het vrije verkeer der Engelsen met Vlaanderen belemmerde, moest het ook Frankrijk een dienst bewijzen, maar de koene Hertog trok er het eerste en grootste voordeel uit, omdat het een der stevigste gespen was van de muilband, die hij zijn onrustige Vlamingen dacht te moeten aanbinden.
Daarom stelde hij niets uit, en nog het zelfde jaar 1385 werden de grondslagen gelegd, ten noorden van de stad aan de oostzijde der haven.
Brugge zag weldra met argwaan en wrok de bouw van het indrukwekkende kasteel vorderen, waarvan de afmetingen waren 86 meter lang en 80 meter breed. Eerst met 12 zware torens, maar waar later in 1537 ter bescherming van de twee hoofd ingangen nog eens elk twee torens werden bij gebouwd, dus in totaal 16 zware torens.
Het groot kasteel was niet bestemd als verblijfplaats voor een adellijke familie maar diende als fortificatie of vestingwerk, waarin alleen de gouverneur van de stad Sluis en het groot kasteel huisde met zijn militaire bezetting.
De muren van het kasteel, hadden een dikte van 3,80 meter en een hoogte van 15 meter. De zwaarste hoektorens een diameter van 18 meter, en de overige van 17 meter.
Aan de binnenzijde liepen, zowel langs de torens als langs den wal twee rijen gewelfde gangen boven elkander, die op deze wijze een veilige verbinding gaven van het eene punt met het andere. De onderste gang, die 1 meter breed was en 2,8 meter hoog en een meter beneden de begane grond van het binnenplein lag, voerde met trappen naar de kelders en de onderste gewelven in de torens. In totaal bevatte het gebouw 36 vertrekken met daarnaast nog aparte stal en bergruimten.
Grauwe kluizen, donkere holen
Nimmer door de zon bestraald
Waar geen lichtglimp heen kwam dolen
Dan in schemering gants verdwaald
Waar de wanden en gewelven
Altoos biggelden van vocht
Of zij weenden om zich zelven
Of om het wee van zulk een krocht
De bovenste gang meer dan 70 cm breed en 2,50 meter hoog gaf toegang tot de eerste verdieping of de kamers der torens, om in de vertrekken der bovenste of derde verdieping te komen moest men gebruik maken van de overdekte gaanderijen op de muren.
De torenmuren waren nog eens 5 meter hoger en waren gedekt met puntige daken.
Plattegrond van het kasteel van Sluis.
-
Buitenbrug;
-
Westelijk voorwerk;
-
Brugpoort;
-
Tijdelijk woning van de Graaf van Hoorn;
-
Binnenpoort;
-
Kapel;
7 - 8 Zuidelijke Torens;
'9 - 10 Zuidelijke torens;
-
Oostelijk Voorwerk;
-
Oud Goeverneurs huis, of woning van de Spaanse Gouverneur;
-
Koetshuis en stallingen van den Goeverneur;
-
Regenbak;
-
Toren van den Rosmolen;
-
Kruitmagazijn; Noordelijke torens;
-
Keukentoren;
-
Nieuwe woning van de Goeverneur;
Reeds in 1406 toen Jan Zonder Vrees graaf van Vlaanderen was, kwam de eerste grote aanval. Op 22 mei van dat jaar liep de Engelse admiraal Sir Thomas Pembroke met een machtige vloot het Zwin binnen, en sloeg beleg voor de stad, dat voornamelijk door het kasteel verdedigd werd, maar toen de admiraal vanuit het kasteel door een pijl dodelijk getroffen werd, trokken de aanvallers met weinig eer terug.
Het kasteel gebouwd naar een ontwerp van de maître Dreue de Dampmartin, en waarbij de Bastille in Parijs als voorbeeld had gediend bleek voor die tijd een goede bescherming van de haven.
Rond die tijd liet Hertog Jan aan de tegenover zijde van de haven een nieuwe sterkte opbouwen kleiner van omtrek maar niet minder sterk, die gewoonlijk te toren van Bourgondië werd genoemd.
Men vermoedt dat dit geschiedde om, desnoods een tegenwicht tegen de bezetting van het groot kasteel te hebben, daar dit ten gevolge van de voorwaarden bij de stichtingsacte was gemaakt, een Franse bezetting had. Tussen de beide kastelen kon men met een keten door het Zwin de haven afsluiten.
Het groot kasteel kreeg van tijd tot tijd belangrijke gasten, In 1429 komt Filips van Bourgondië in alle pracht en praal zijn bruid Izabella van Portugal opwachten, en in 1468 wanneer Hertog Karel de Stoute met zijn moeder Izabetla, zijn dochter Maria en heel zijn groots en prachtig hofgezin te Sluis bevond, om zijn jeugdige en schoone bruid Margareta van York op te halen, en vier dagen later het hoge huwelijk in de hoofdkerk van Sluis te voltrekken zoals sommigen beweren.
Weer later zal Philips van Cleve er zijn intrek nemen om vier jaar lang de stad bezet te houden tegen Maximiliaan, tot grote schade van Brugge, en het Vlaamse volk, In 1492 moest hij op zijn knieën de sleutels van de stad en het groot kasteel over geven, maar kreeg na een half uur de sleutels van het groot kasteel terug, nadat de vrede getekend was.
In 1537 was Dubois kommandant van Sluis en hij liet in dat jaar de Bourgondische toren afbreken, en laat gelijktijdig het groot kasteel versterken door voor de Oostelijke en Westelijke poort een voorwerk van twee torens te bouwen.
De torens die de ingangen beschermden, hadden na de aanleg van de beide voorwerken hun oorspronkelijke functie verloren, ze werden gedeeltelijk afgebroken en later verbouwd tot ruime woningen. Aan de Oostelijke kasteelwand verrees toen een woning voor de gouverneur, terwijl aan de Westelijke kasteelwand een tweede woning werd gebouwd. De toegang van het kasteel had men nu gemaakt hoog van uit het kasteel met een buitenbrug waarover men binnen de stadswallen kon komen.
In 1553 werd de Hertog van Bouillon in het kasteel als gevangene opgesloten, en in 1557 de Franse admiraal Gaspar de Colignie. Hier ontmoette Willem van Oranje deze leider van de protestanten in Frankrijk, en schijnt hij door zijn gesprekken met de Colignie wat meer omgezwaaid te zijn naar het protestantisme, het is waarschijnlijk dat hij hier ook de dochter van de Colignie Louise ontmoette, die later zijn vierde vrouw zou worden.
In 1582 werd Lamoraal van Egmond, zoon van de onthoofde graaf van Egmond op het kasteel gevangen gezet, maar later door Anjou mee naar Frankrijk genomen.
Uit de kroniek van Emmanuel van Meeteren tekenen wij voor U op Historiën onser tijd en saeken van staet en oorlogh
Die van Brugge versekeren hun van het kasteel van Sluis
Sluis werd protestant.
In Brugge in Vlaanderen was omstreeks Maart 1578 de burgerij ernstig verdeeld, een deel van de burgers kozen de partij van Holland en Zeeland, Deze hadden door middel van de Prins van Chimay de macht in handen gekregen, maar uit vrees voor de voornaamste edelen, en diegenen van het Brugse Vrije, die de Spaanse partij gunstig gezind waren, zocht men naar middelen om het kasteel van Sluis in handen te krijgen, om daardoor hun positie in Brugge te versterken.
Men stuurde daartoe 20 jonge kloeke mannen naar Sluis, om zich door verrassing meester te maken van het kasteel.
Het kasteel van Sluis was in bewaring gegeven door de Aartshertog en de Staten Generaal aan een edelman Jaques de Groeve met 50 soldaten. De overval gelukte, mede omdat er geen sprake was van een oorlogstoestand, en er een zeer verwaarde toestand heerste, waardoor het soms moeilijk uit te maken was wie bij wie, en wat bij wat hoorde. De overval werd te laat opgemerkt door de geestelijken, de notabelen en velen van de magistraat, zij hebben nog geprobeerd meteen volksoploop van Spaansgezinden, met predicatiën tegen de Prins van Oranje en tegen hen die het kasteel bezet hadden, maar niets mocht meer baten. De Sluizenaren probeerden nu van hun kant in het geheim vier vaandels met soldaten in de stad te krijgen die reeds dicht in de buurt waren, maar de tegenpartij had echter onraad geroken, en ontboden snel de heer van Rithoven van Gent, die den 20 maart 1578 's morgens om vijf uur met ongeveer 600 soldaten in de stad trokken onder de kapiteinen Sonnevelt, Jaques Symonsz de Lange en Capelle, zonder gevechten of schade van de burgerij. Zij hebben direct een College van 18 mannen opgericht, met de zelfde macht zoals er ook een te Gent was, om de vrede en welstand der stad te verzorgen, daarna werd het stadsbestuur afgezet en een nieuw bestuur aangesteld. Onder het bewind van de Gouverneur van de stad Sluis en het groot kasteel, de Grave van Hoorn ± 1723 worden de torens van het groot kasteel die reeds bouwvallig waren met uitzondering van één ontdaan van hun spits, en worden de torens gevuld met aarde om beter bestand te zijn tegen het verbeterde geschut.
Bij afbraak van het kasteel kwam de grond uit de torens weer vrij en werd op de binnenplaats van het kasteel gevoerd, waar het nu nog ligt, de grote aarden bult in de kasteelweide.
De Franse troepen belegerden Sluis in 1794 en veroverden de stad, de stad was zwaar beschadigd met inbegrip van het kasteel.
De Fransen besloten de vestingwerken te slopen. Nadat alles was verwijderd dat zonder veel moeite gesloopt kon worden, en men vergeefs had geprobeerd om de eigenlijke steenmassa met behulp van springstof te laten springen, gaf men het op.
Op 27 juli 1820 werd door het domein bestuur het restant van het kasteel voor afbraak verkocht, maanden lang waren 300 arbeiders bezig met het afbreken van de enorme steenmassa.
De steenklompen zijn merendeels gebruikt aan de dijken voor zinkwerk en dergelijke, grotendeels te Ellewoutsdijk ter versterking van de oevers van de Westerschelde.
En hiermede kwam een eind aan het trotse kasteel van Sluis, zoals zo vele praalgebouwen die eens deel uitmaakten van de prachtige stad zoals die zich rond 1450, op zijn mooist vertoonde.