Datum / Jaartal | Gebeurtenis |
---|---|
297 | In een feestrede van 1 maart 297 in Rome vermeldt men de veldtocht van het Romeinse leger in een gebied waar de schuine geulen de Schelde doorstromen en dat door de Rijn met zijn armen omvangen wordt. In dat gebied is bijna geen land. Zozeer is het met water doordrenkt dat de bodem niet alleen waar hij duidelijk drassig is meegeeft en de voeten opzuigt, maar ook waar hij iets vaster schijnt te zijn, door voetstappen in beweging wordt gezet. |
297 | In een feestrede van 1 maart 297 in Rome vermeldt men de veldtocht van het Romeinse leger in een gebied waar de schuine geulen de Schelde doorstromen en dat door de Rijn met zijn armen omvangen wordt. In dat gebied is bijna geen land. Zozeer is het met water doordrenkt dat de bodem niet alleen waar hij duidelijk drassig is meegeeft en de voeten opzuigt, maar ook waar hij iets vaster schijnt te zijn, door voetstappen in beweging wordt gezet. |
297 | In een feestrede van 1 maart 297 in Rome vermeldt men de veldtocht van het Romeinse leger in een gebied waar de schuine geulen de Schelde doorstromen en dat door de Rijn met zijn armen omvangen wordt. In dat gebied is bijna geen land. Zozeer is het met water doordrenkt dat de bodem niet alleen waar hij duidelijk drassig is meegeeft en de voeten opzuigt, maar ook waar hij iets vaster schijnt te zijn, door voetstappen in beweging wordt gezet. |
297 | In een feestrede van 1 maart 297 in Rome vermeldt men de veldtocht van het Romeinse leger in een gebied waar de schuine geulen de Schelde doorstromen en dat door de Rijn met zijn armen omvangen wordt. In dat gebied is bijna geen land. Zozeer is het met water doordrenkt dat de bodem niet alleen waar hij duidelijk drassig is meegeeft en de voeten opzuigt, maar ook waar hij iets vaster schijnt te zijn, door voetstappen in beweging wordt gezet. |
ca. 300 | Omstreeks 300 wordt de kuststreek door natuurrampen getroffen. Dorpen en steden met opstandelingen worden in brand gestoken. Dat vormt het begint van de overstromingsperiode (ook Duinkerke II-transgressie genoemd). Getijdengeulen (o.a. de Reie) reiken tot Brugge en de bevolking trekt zich terug in de Zandstreek. |
ca. 300 | Omstreeks 300 wordt de kuststreek door natuurrampen getroffen. Dorpen en steden met opstandelingen worden in brand gestoken. Dat vormt het begint van de overstromingsperiode (ook Duinkerke II-transgressie genoemd). Getijdengeulen (o.a. de Reie) reiken tot Brugge en de bevolking trekt zich terug in de Zandstreek. |
ca 300 | Hoogtepunt van de Duinkerke II-transgressie. De zee vloeit 8 tot 12 km landinwaarts, nl. tot de hoogtelijn van 4 m., die men als de uiterste zuidgrens van de overstroming kan beschouwen. |
ca. 400 | Door de vele natuurrampen omstreeks 400 steken heel wat kustbewoners, samen met het merendeel van de Saksen die zich in de streek hadden gevestigd, het Kanaal over om in Engeland een nieuw leven te beginnen. |
400 | De lijn, die is gevormd door het scheed, is twee km opgeschoven naar het noorden waar de volgende nederzettingen zullen ontstaan: de Blauwe Toren te St.-Pieters, het Kasteel ten Berge te Koolkerke, en de Blauwe Zaal te St.-Kruis. De nieuwe schorrenweiden dienen als graasveld voor de schaapskudden van de aanpalende Zandstreek. Er worden schapenwegels en omwalde putten met zoet water aangelegd.. |
500 | De noordwestelijke monding van de Reie slibt dicht. De noordoostelijke geul vormt voortaan de voornaamste monding. De bedoelde benedenloop van de Reie heet Scheure of Zwin en mondt in de Zinkval uit. |
640 | Sint-Eligius (Sint-Elooi) trekt door onze streken en zou in Aardenburg (en misschien ook in Oostburg) een kerk oprichten. |
643 | De H. Eligius (Sint-Elooi) sticht de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Aardenburg. |
647 | Sint-Eligius (Sint-Elooi) of Sint-Amandus richten omstreeks 647 een kapel op in Aardenburg voor O.-L.-Vrouw. |
647 | Sint-Eligius (Sint-Elooi) of Sint-Amandus richten omstreeks 647 een kapel op in Aardenburg voor O.-L.-Vrouw. |
649 | In Brugge werd een houten kerk met een strooien dak gebouwd op de plaats van het voormalige Romeinse Brugge. |
678 | Uit de "Vita Eligii" vernemen wij dat Sint-Eligius het christelijk geloof, die omstreeks 678 werd geschreven door Sint-Audoenus, verkondigde in de municipio Flandrensi |
678 | In 678 komt een schip in de Brugse haven met aan boord de Engelse monnik Ilfired. Kort daarop voegt de Ierse monnik Willibrord, die in Grevelingen was geland, zich bij hem. |
690 | Op het Zeeuws eiland Wulpen predikt de Ierse monnik Willibrord omstreeks 690 het evangelie. Vanuit Walcheren zet hij daarna zijn voorgenomen reis naar Rome verder. |
695 | Sint-Wllibrordus komt in 695 van uit Engeland naar onze streken. Volgens een legende zou hij met 12 gezellen landen op het eiland Wulpen. |
695 | Sint-Wllibrordus komt in 695 van uit Engeland naar onze streken. Volgens een legende zou hij met 12 gezellen landen op het eiland Wulpen. |
695-711 | Koning Childebrecht schenkt verschillende schapenweiden aan de St.-Pietersabdij van Gent. Die weiden liggen in de parochies Houtave, Vlissegem, Nieuwmunster, Zuienkerke, St.-Jans-op-de Dijk, Uitkerke, Ramskapelle, Dudzele en St.-Pieters-op-de Dijk. Enkele weiden worden in leen gegeven (te Uitkerke en de Heernesse in het grensgebied Dudzele-Oostkerke). Er worden ook twee schenkingen vermeld in de omgeving van Aardenbrug. |
ca. 700 | Einde van overstromingsperiode die de Duinkerke II-transgressie wordt genoemd. Frankische boeren laten hun schapen de zoute flora afgrazen. Een grote geul (de latere Zinkval) tussen Brugge en de zee blijft open. |
ca. 700 | Einde van overstromingsperiode die de Duinkerke II-transgressie wordt genoemd. Frankische boeren laten hun schapen de zoute flora afgrazen. Een grote geul (de latere Zinkval) tussen Brugge en de zee blijft open. |
700 | In 700 treft de geloofsprediker Sint-Sismarus vierhonderd krijgers met ruwe zeden aan in Oostburg. |
ca. 700 | De Duinkerke II-transgressie is nog voor het jaar 700 afgelopen. De schorreflora is gevorderd tot een lijn, even ten noorden van de latere dorpen Klemskerke, Uitkerke en Ramskapelle (ca. 11 km ten noorden van Brugge). In de strandvlakte blijven nog enkele kreekaders (Vertinge en Beukemare). |