Datum / Jaartal | Gebeurtenis |
---|---|
1280 | In 1280 biedt Aardenburg onderdak aan de Duitse Hanze en de Spaanse naties die Brugge wegens de onveilige toestand hebben verlaten. |
ca. 1280 | Ca. 1280 begint men met de bouw van de tiendenschuur van de abdij Ter Doest (Lissewege). |
1280 | Het Parlement van Parijs beslist dat de graaf van Vlaanderen geen dorpelingen meer tot ridder kan slaan zonder toelating van de koning. |
1282 | Graaf Gewijde van Dampierre schenkt de buitendijkse gronden (latere Vagevierspolder) op de oevers van de Zwindelta aan zijn zoon Jan van Namen. |
1282 | Indijking van de Maneschijnpolder. |
1282 | De vreemde naties keren van uit Aardenburg terug naar Brugge |
1282 | De verbindingsweg van Dudzele naar de Lisseweegse Vaart wordt gegraven (Dudzeelse Watergang). |
1282 | In 1282 wordt Greveninge bij Oostkerke Ambacht gevoegd. |
22 april 1282 | In een brief van 22 april 1282 schenkt Graaf Gwijde van Dampierre aan zijn zoon Jan van Namen een aantal bedijkte schorren : un scor a le moenkerede (Monnikerede) entre deux havenes, encore un scor encoste lapscure (Lapscheure), un scor entre moenkerede et le houcke (Hoeke) et encore un scor encote© Reinghersuliete (Reigaartsvliet). |
april 1282 | In april 1282 schenkt graaf Gwijde van Dampierre een stuk schorre bij Sluis aan Jan van Namen om het te bedijken. |
1283 | Bouw van de Waterhalle in Brugge. |
1283 | In 1283 wordt voor het eerst de grafelijke tol van het Zwin, die in Damme is gevestigd, vermeld. |
1284 | In de abdij Ter Doest (Lissewege) overlijdt Thorfin, bisschop van Hamar (Noorwegen) die was verbannen uit zijn vaderland en voor de Vlaamse kust schipbreuk leed. |
1284 | Graaf Gwijde van Dampierre verkoopt 25 bunder moeras langs de waterloop van Saaftinge naar Hulst (in Hulst-Ambacht) aan de abdij Ter Doest (Lissewege). |
1285 | Arnulf Neyhensus (Neyts ?) uit Lissewege volgt Willem van Hemme op als 15de abt van de abdij Ter Doest (Lissewege). Hij zal de abdij laten ommuren en een refuge in Brugge laten bouwen. |
december 1287 | Grote storm in de Zwinstreek in december 1287. |
1287 | De Lissewegenaren Lamsin Bellaard en Willem, zoon van Wouter Coppens drijven handel met Schotland waar hun schip met een lading wol wordt in beslag genomen. Zij worden in de kerker te Berwick gegooid. |
1287 | Grote stormvloed in Zeeland en de Zwinstreek: verschillende stormvloeden treffen de kusten van zuidelijk Schouwen, Walcheren en Oost-Zeeuws-Vlaanderen. |
2 februari 1288 | Op 5 februari 1288 richt een grote stormvloed veel schade aan de Noordzeekust en de monding van de grote rivieren. De Vier Ambachten zijn het zwaarst getroffen maar ook de Zwinstreek blijft niet gespaard. Er moet zodanig veel herdijkt en bedijkt worden dat de klassieke bedijkers, de kloosters en rijke particulieren, niet meer over voldoende middelen beschikten om het van tempo be- en herdijkingen vol te houden na de snelle opeenvolging van overstromingen. Graaf Gwijde van Dampierre ziet zich verplicht de kerkelijke grootgrondbezitters, zoals de abdijen van Ter Duinen en Ter Doest, aan te porren polders te verkopen aan kapitaalkrachtige Bruggelingen. Anderzijds verkocht de graaf die voortdurend in geldverlegenheid verkeerde zelf eigen poldergrond aan genoemde abdijen om die tot vruchtbare akkers om te bouwen |
1288 | De graaf van Vlaanderen sluit vrede met Henegouwen. |
1288 | In een charter dat zich in een Gents archief bevindt, wordt voor het eerst 'Lamminsvliet' vermeld. |
1288-1301 | In de periode 1288-1301 is de heerlijkheid van Dudzele in bezit van Boudewijn II van Dudzele. |
1289 | Proces voor het Parlement in Parijs ingespannen door de stad Gent tegen de ontvanger-generaal Willem van Bonem, hospitaalridder uit Damme. |
23 november 1290 | Sluis wordt bij grafelijk charter van 23 november 1290 tot vrije stad verheven. |
1290 | Oudste vermelding van Sluis |