Het Brugse Vrije beslist om wachten te plaatsen op de kerktorens en om de bevolking te bewapenen omwille van de groeiende sociale en religieuze onrust.

De ordonnantie van 26

De Verse Vaart wordt langs het Leugenzwin en het Oude Zwin met Brugge verbonden. Hierdoor kunnen de schepen Damme vermijden.

Het graven van de Zoete Vaart en de bouw van een groot sluizencomplex bij Sluis is klaar.

De kerkfabriek van Dudzele koopt 800 bedevaartvaantjes voor de jaarlijkse St.-Lenaartbedevaart

Brugge begint aan een nieuwe waterweg naar de zee: de bedding van het Oud Zwin en van de Monnikerede te Oostkerke zouden worden verbreed en verdiept en op beide oevers worden dijken gebouwd. Een kanaal ten noorden van Damme verbindt de waterweg met de Verse Vaart.

Sluis koopt van Sint-Anna-ter-Muiden een stuk op de linker Zwinoever. Op dat stuk grond staat de toren van Bourgondië. Bij de verkoop verwerft Sluis ook het waterrecht op het Zwin.

De kerkfabriek van Dudzele koopt 1000 bedevaartvaantjes voor de jaarlijkse St.-Lenaartbedevaart

De St.-Laureinskapel in Dudzele is in verval geraakt en in oktober beslist men om een nieuwe kapel te bouwen.

De teelt van meekrap is in Dudzele onbelangrijk geworden.

Het waterrecht op het Zwin dat wordt uitgeoefend door Mude , wordt door Filips II verkocht aan Sluis.

Bouw van een nieuw sas door de stad Brugge in Nieuw Mude.

De Koolkerkse of Sluise Vaart wordt opengesteld.

De eerste zeeschepen varen door de nieuwe Verse Vaart naar Brugge.

De Beeldenstorm barst los. De kerken rond Brugge blijven gespaard.

De Beeldenstorm barst los. De kerken rond Brugge blijven gespaard.

In januari 1566 verkoopt koning Filips II Sluis en het waterbaljuwschap aan Brugge voor de som van 21.000 florijnen.

De Verse Vaart, die parallel loopt met de Zoute Vaart, tussen Damme en Sluis is klaar. In hetzelfde jaar komen de eerste Spaanse en Engelse schepen in Brugge aan.

In augustus 1566 breekt de Beeldenstorm uit. De volgende weken verspreiden de Beeldenstormers zich over Vlaanderen. De poorten van Brugge blijven gesloten maar de Beeldenstormers richten vernielingen aan in Damme en Aardenburg.

De Zoete Vaart, Nieuw Zwin of ook Nieuw Gedelf genoemd wordt gegraven tussenSluis en Damme.

De oorspronkelijke Zeuge in Damme is in 1566 toegeslijkt en omgezet in de Noordpolder die door de stad Brugge werd verpacht om vee op te weiden. De stad Damme wil de Noordpolder terug maar gaat uiteindelijk akkoord met een jaarlijkse rente voor de leprozen van Damme.

Op 11 juli 1566 wordt in Eeklo een openbare hagepreek gehouden waarbij 600 à 700 personen aanwezig zijn. De baljuw van Eeklo komt tussen.

Na een maand rust, wordt in augustus 1566 opnieuw een hagepreek gehouden in Eeklo. De predikant is Modet. De calvinistische preken worden geregeld gehouden tot in het voorjaar van 1567 wanneer de predikanten worden verdreven en bij verstek ter dood worden veroordeeld.

De nieuwe waterweg tussen Sluis en Brugge, over de Zoete Vaar, Tweede Leugenzwin en het Oude Zwin kan in gebruik worden genomen. De stad Damme wordt omwille van de hoge taksen, vermeden.

Heropbouw van de St.-Laureinskapel in Dudzele.