Op 1 december 1677 bevinden zich in Damme, naast de ca 200 eigen inwoners : 14 compagnieën met Italianen van kolonel Bustavici, 10 compagnieën Italianen van kolonel Silva, 2 compagnieën van Caroklus Hyustus, de compagnie van de gouverneur en een compagnie artilleristen.

Een gebod in Damme van 3 december 1677 stelt het sluitingsuur van de herbergen vast op 9 uur 's avonds.

Op 28 september 1677 is er in Damme sprake van het regiment Italianen van kolonel Silva die naar Damme zijn gekomen om de stad te verdedigen tegen de Fransen.

In Dudzele betaalde men in april 1676 voor het vervoer naar het leger te St.-Omer en in augustus voor vervoer naar het leger in Charleroi. Ook werden belastingen geheven voor zowel Franse als Spaanse torenwachten en voor een Franse contributie.

Anthonis Messiaen maakt in 1677, in opdracht van Louis Erembault, een volledige nieuwe ligger van de eigendommen van de kerk van Dudzele.

Lodewijk Van den Meersen, augustijn en krijgskapelaan van het Fort Sint-Donaas, bediende enkele dagen de parochie van Hoeke.

Op 13 juli 1677 wordt Judocus Poppe pastoor van Hoeke en het volgend jaar is hij ook kapelaan van het Fort Sint-Ddonaas. In 1680 wordt hij pastoor van de Sint-Annaparochie in Brugge.

Einde van de Hollandse Oorlog (cr. 1672) door de Vrede van Nijmegen. De Franse contributie vervalt en het Izabellafort mag worden geslecht.

Einde van de Hollandse Oorlog (cr. 1672) door de Vrede van Nijmegen. De Franse contributie vervalt en het Izabellafort mag worden geslecht.

Einde van de Hollandse Oorlog (cr. 1672) door de Vrede van Nijmegen. De Franse contributie vervalt en het Izabellafort mag worden geslecht.

Op 9 maart 1678 moet Dame 500 pioniers herbergen in schuren en herbergen.

Op 11 maart komen de burgemeesters, schepenen, gouverneur en officieren van Damme samen omdat Franse troepen van uit Gent naar Damme zouden oprukken. De vergadering beslist om enkele dijken door te breken en de omgeving onder water te zetten.

Op 27 maart 1678 verblijven enkele compagnieën met Spanjaarden in Damme.

In Damme verblijven op 3 april 1678 6 compagnieën Spanjaarden en een regiment Schotten.

De magistraat en het militaire bestuur van Damme komen op 17 mei 1678 samen en beslissen om de omgeving te inunderen.

Op 3 augustus komen Engelse soldaten naar het garnizoen van Dame.

'Syn execellentie d'Aloa' logeerde vanaf 24 maart 1678 met een afdeling Nederlandse ruiterij in Dudzele. De parochie betaalde in dat jaar ook voor torenwacht, voor paarden die inr St.-Omer moesten worden geleverd en voor pioniers die naar Charleroi moesten trekken. Een Franse groep soldaten werd betaald. Ook werden pioniers opgeroepen naar Brugge, Damme en de forten in de omgeving van Sluis. Verder werd de jaarlijkse Franse contributie betaald.

'Syn execellentie d'Aloa' logeerde vanaf 24 maart 1678 met een afdeling Nederlandse ruiterij in Dudzele. De parochie betaalde in dat jaar ook voor torenwacht, voor paarden die inr St.-Omer moesten worden geleverd en voor pioniers die naar Charleroi moesten trekken. Een Franse groep soldaten werd betaald. Ook werden pioniers opgeroepen naar Brugge, Damme en de forten in de omgeving van Sluis. Verder werd de jaarlijkse Franse contributie betaald.

Na het einde van de Hollandse Oorlog daalde het troepenverkeer in de Zwinstreek. Toch bleef de lokale wacht bestaan en kwamen er nog enkele partijen door de streek, zoals in Dudzele.

De landvoogd beveelt de afbraak van het Sint-Izabellafort.

Pieter Van Pee leverde 400 vaantjes voor St.-Lenaart in Dudzele.

Pastoor Bellynck wordt benoemd in Dudzele.

Pieter Van Pee leverde 400 vaantjes voor St.-Lenaart in Dudzele

Willem Hooghstoel wordt in 1680 pastoor in Dudzele.

Op 1 augustus 1680 wordt Jan Baptiste Becquet pastoor van Hoeke hij is ook kapelaan van het Fort Sint-Donaas. Hij blijft in Hoeke tot 1683