Mededelingen
5. Heemkundige Wandeling in het Koningsbos te Knokke
Op 28 mei bloeide nog de hagedoorn na de vele lenteregens. Om het jong ontloken groen te bewonderen waren 45 geïnteresseerden samengekomen.
Van de kundige onderwijzer en natuurgids dhr René Vermeersch, vernamen we dat de stad Knokke dit bos "Koningsbos" noemde naar aanleiding van het zilveren regeringsjubileum van Koning Boudewijn. Op 13 augustus 1971, terwijl Dr. Eugène Mattelaer burgemeester was, werd het Koningsbos met een oppervlakte van 7 Ha 174 a, door de Compagnie van het Zoute verkocht aan de stad Knokke-Heist. Daarmede werd het ongerept voortbestaan van het Bos verzekerd.
Door de verscheidenheid van samenstelling van de bodem, biedt het Koningsbos een rijke variatie van bomen, struiken en planten; o.a. essen, zeedennen, meidoorn, duindoorn, sleedoorn. Vinkhoorn schijnt de kleinbladige Ligustrum vulgaris te zijn, en die komt er ook voor. Wist U dat een middelmatige boom gedurende de zomer tot honderd liter water verdampt, en dat een eik en een linde tot 800 jaar oud kunnen worden?
Voor liefhebbers van kruiden is het Koningsbos een paradijs. Maar dan moet ge er de wel de tijd voor nemen en profiteren van de leiding van een bekwame natuurgids, zoals wij het geluk hadden er één te hebben. De vele kruiden opsommen is niet mogelijk. Maar tussen al die kruiden stond ook een elfenbankje; d.i. een boomstronk begroeid met paddestoelen!
Bijna onverwacht kwamen we uit het Koningsbos terug in de bewoonde wereld van Het Kalf. Daar bezochten en bewonderden wij (ongeveer allen) van beneden tot boven de herstelde Kalfmolen. Het is een indrukwekkend monument waarop de stad Knokke-Heist als eigenaar oprecht fier mag zijn.
En wie zou het verwacht hebben? In Knokke bestaat er nog een authentieke 'kerkwegel’, waarlangs wij van Het Kalf terug naar de Oosthoek wandelden, dwars door bezaaide en beplante velden.
Onze Heemkundige Wandeling eindigde bij Siska's Molen. Deze stenen molen werd gebouwd in 1902 door de gebroeders Peel uit Ramskapelle en werkte tot in 1926. Nadien werd hij nog bewoond door kunstschilder Felix Labisse. We kunnen alleen wensen dat deze bakstenen molenromp voor verder verval zou gered worden.
Het laatste curiosum waarover gesproken werd, was het doolhof dat zich vroeger achter het Boshuis bevond in de tijd dat Van Renterghem daar de uitbater was. Ons medelid Victor Van Damme wist te vertellen dat het doolhof nog bestond in 1952. Wie van onze Lezers kent meer inlichtingen over dat enige in St.-Guthago bekende doolhof?
Hartelijk dank voor de aangename leiding door ons Medelid en natuurgids R. Vermeersch en dank aan bestuurslid A. De Keyser voor de organisatie van de Wandeling.
Eén van de 45