40 jaar kabeltelevisie
André Desmidt
Na de Tweede Oorlog werden bij ons de eerste televisies verkocht. Het was een wonder van de vooruitgang dat weggelegd was voor de meer begoede burgerij.
In 625 lijnen kon men in zwart-wit dagelijks alles zien wat er in de wereld gebeurde… en plots leek het weer of het elke dag oorlog was want de miserie kwam zomaar in de huiskamer. Op dat vlak is er nog niet veel veranderd.
Inn 1947 trouwde de Britse Koningin Elisabeth met Philip Mountbatten hertog van Edingburgh en dat was aanleiding voor de eerste Eurovisie-uitzending in kleur… maar weinig konden het bij ons zo bekijken.
In de jaren vijftig kochten meer en meer mensen een televisie. Dat had voor gevolg dat op vele daken grote antennes verschenen. Immers zonder goede antenne geen ontvangst.
Het was een huzarenwerk om op de meestal verouderde zadeldaken een antenne te plaatsen met de nodige spankabels. Want aan de kust kan het serieus stormen.
Hubert Dejonghe “placeerde” antennes en brak ze ook af
In de tweede helft van de jaren zestig en eerste helft jaren zeventig hielp Hubert (zelf A2 elektrieker van opleiding) Urbain Snauwaert bij het plaatsen van de dankantennen en later ook het afbreken ervan. Gelukkig zijn er nooit ongevallen gebeurd maar het was toch acrobatenwerk. Met de ladder tot aan de rand van het dak en dan vaak zonder ladder tot op de veust. De arbeiders droegen speciale schoenen met een soort zuignapjes tegen het glijden op de daken. Het moeilijkste was een dak met gepolijste pannen of glazuurtegels. De antenne-elementen (telkens 3m) werden naar boven getrokken. Gelukkig was het gewicht zeer beperkt.
De professionelen gebruikten een metalen gebogen veustpan die op de normale dakpan werd geplaatst en daarop werd dan het eerste element van de antenne gemonteerd. Per element werden ook de vier spankabels naar de hoeken bevestigd.
Om de kleinere elementen op de hoofdpaal te bevestigen gebruikte men ofwel een speciaal laddertje ofwel de trapjes die voorzien waren op de paal.
Het richten van de ontvangstelementen gebeurde ofwel op het zicht (er waren meestal al andere antennes in de direct omgeving) ofwel had men een klein televisietoestel mee boven zodat men onmiddellijk kon zien of er een zuiver beeld was.
Het gebeurde ook dat de antenne bevestigd werd aan de schoorsteen. Later bij het wegnemen van die antennes liet men vaak ijzeren hechtingselementen achter op de schoorsteen wat blikseminslag veroorzaakte.
De meeste antennes waren 6 m hoog en het duurde ongeveer 3 à 4 uren met 3 personen om deze te plaatsen.
Het afbreken was eigenlijk gevaarlijker. De kleine elementen voor de ontvangst leken na een aantal zee-jaren wel verpulverd en bij het aanraken had men precies poeder in de hand. Vreemd dat deze elementen toch regen en wind doorstonden en blijkbaar intact bleven en nog functioneerden. De afgebroken elementen werden bezorgd aan iemand die alles sorteerde en het dan verkocht voor oud ijzer. Een vroege vorm van recyclage !
Spitstechnologie
Een andere manier was een kleinere antenne op de zolder. Geen kosten voor een constructie op het dak en ook geen speciale verzekering nodig.
Huizen in de Visserstraat met (afgebroken) antenne (foto Devent)
Als men van “Brussel Vlaams” wilde overschakelen naar “Rijsel” of “Brussel Frans” dan was het noodzakelijk om naar de zolder te gaan om de antenne te richten. Ook niet altijd een gemakkelijke klus want er moest communicatie zijn tussen de man op de zolder (dat was inderdaad het werk van vader) en de commandopost beneden (en dat was uiteraard moeder). Schreeuwen als : “Nog een beetje” en “zovele nie, keert een kè were” waren dagelijkse kost.
Sommigen beschikten over een toestelletje waardoor ze het nummer van de post konden instellen beneden zodat een aantal elementen van de antenne op het dak automatisch draaiden in de goede richting. Wat een comfort !
Tenslotte was er nog een derde mogelijkheid namelijk een kleine antenne die op het televisietoestel werd geplaatst en ook wel eens spoetniek genoemd werd. Eigenlijk twee kleine antennes op een voet die bij het veranderen van post best ook wat van richting dienden te worden veranderd om wat minder “sneeuw” op het scherm te hebben.
Van afstandsbediening was er toen nog geen sprake en het zappen moest nog uitgevonden worden. De keuze van posten beperkte zich tot enkele zodat er weinig discussie mogelijk was over waar gaan we vanavond naar kijken.
Beeld u in dat bij verandering van zender er moest recht gestaan worden, knoppen ingedrukt worden en antenne aangepast… niet te doen in onze domotica-wereld.
Het goede aan de beginperiode van de televisie was dat de mensen bijeen kwamen. Het was helemaal niet ongewoon dat diegenen die een televisie hadden de buren uitnodigden om eens te komen kijken. In de periode 1955 tot 1963 was de reeks “Schipper naast Mathilde” bijzonder populair. Nand Buyl als schipper en Chris Lomme als Marieke… het ligt bij vele ouderen nog fris in het geheugen.
Grote doorbraak van de televisie was zeker het huwelijk van Prins Albert met Paola op 2 juli 1959. Aan de vooravond van de golden sixties kochten meer en meer mensen een televisie.
Op een bord voor de cafés stond ook vermeld: vandaag televisie-uitzending hier te bekijken.
Dat lokte veel volk net zoals nu de voetbalmatchen. Men had een groepsgevoel. Samen kijken en samen commentaar geven met een fris pintje in de hand. De ideale remedie tegen droge levers… en de vrouwen kwamen mee op café om de feuilleton te zien.
Een topper voor Heist was zeker de televisie-uitzending van het openluchtspel Eén tegen Allen op de markt te Heist. En uiteraard wonnen we dat spel nog ook.
Het waren heerlijke tijden. De televisie nam ons meer en meer in beslag !
De teve-distributie
Start distributie met burgemeester Manu Desutter en schepen Elisabeth Vandecasteele (foto De Vocht 1974)
In 1973 werd het plan opgevat om over te schakelen op kabeltelevisie. Toen werd als promotie opgevoerd dat men zou verlost worden van het woud van antennes op de daken en dat men vooral meer posten zou kunnen ontvangen met een veel beter beeld.
Dat klonk als muziek in de oren maar… de mensen moesten jaarlijks betalen voor de kabeltelevisie en het wegnemen van de dakantennen gebeurde ook niet gratis.
In 1974 werd gestart met de werken en zag men in de dorpskern grote rollen met kabels die aan de gevels werden aangebracht. Op het voetpad een klein grijs bakje om de individuele aansluiting te regelen. Stoere mannen met gele vesten (tegen de regen) rolden zware houten bobijnen door de straten waarop de coaxkabels opgerold zaten.
De aansluiting was kosteloos maar het impliceerde wel dat men een abonnement aanschafte en dat schommelde tussen 1700 frank en 850 frank.
Wie een convector wilde om meer posten te kunnen ontvangen moest natuurlijk nog wat dieper in de geldbeugel tasten.
Er waren natuurlijk ook mensen die niet wensten aan te sluiten of die niet wilden dat de kabel bevestigd werd aan hun gevel. Het reglement voorzag dan dat men een overspanning deed op 10 cm afstand van de gevel tussen beide buren. Esthetisch was dit zeker niet maar het was in naam van de vooruitgang.
De centrale antenne voor de Oostkust stond op de watertoren te Zeebrugge.
Later besloot men om meer ondergronds te werken en telkens er een voetpad opgebroken werd nam men de gelegenheid te baat om de kabels ondergronds te plaatsen.
Helaas liep de coördinatie niet altijd even vlot en werden er verkeerde afspraken gemaakt zodat het soms gebeurde dat een pas aangelegd voetpad opengebroken werden om kabels onder de grond te plaatsen. Zaken die ondanks computersimulaties nu ook nog gebeuren bij aanleg van bepaalde nutsvoorzieningen…
Probleemgevallen
Bij de aanleg van Het Kijkdorp (later Oostwinkel genoemd) had men voorzien in een centraal systeem zodat de huizen geen individuele antenne nodig hadden. Bij de invoering van de distributie wilde de maatschappij die installatie niet overnemen.
Zelfde discussie had men voor de wijk Blauwvoetlaan waar men goedkoop wonen koppelde aan een beperkte eigendom (enkel wat bebouwd werd en de achtertuin) maar met gemeenschappelijke voortuin én centrale antenne voor televisieontvangst. Ook hier sputterde de teledistributiemaatschappij tegen voor overname.
Tenslotte had men de vele appartementsgebouwen waar men op het dak één antenne had geplaatst ten behoeve van alle residenten. Met de kabeltelevisie wilde de maatschappij individuele aansluitingen en zeker de vaak amateuristisch aangebrachte interne bekabeling niet overnemen.
In de dorpskern was het geen probleem om te bekabelen maar voor de boerderijen en de villawijken was dit niet zo evident. Vooral wanneer het huis op enige afstand van de rooilijn stond. De bekabeling op eigengrond was op eigen kosten…
Een grapje over de evolutie na de Tweede Wereldoorlog
Sedert de invoering van de televisies stellen we vast dat die toestellen steeds smaller worden maar dat de mensen steeds breder worden…
***********
Gouden penning van de provincie West-Vlaanderen voor drie bestuursleden
Op donderdag 17 december 2015 werd in het Boerenhof overgegaan tot de plechtige uitreiking door provincieraadslid Annie Vandenbussche van de gouden erepenning provincie West-Vlaanderen aan André Desmidt omwille va 41 jaar bestuurslid (stichtend lid) en ondervoorzitter, Marie-Christine De Zutter voor ruim 25 jaar bestuurslid en secretaris van de heemkring en Ronny Engelrelst eveneens ruim 25 jaar bestuurslid en verslaggever en feestleider van de vereniging.