Het vergierrecht in Damme wordt toegekend aan het de broeders van het Sint-Jansziekenhuis.

Het vergierrecht in Damme wordt toegekend aan het de broeders van het Sint-Jansziekenhuis.

Filips de Stoute geeft op 7 oktober 1397 de toelating aan het stadsbestuur van Sluis om de volgende drie jaar een speciale belasting te heffen voor de financiering van de vestingen.

De Zeelanders kiezen de zijde van de Engelse vorst. Dat verhoogt de onveiligheid op zee voor de Vlaamse vissers en de koopvaardij.

De Zeelanders kiezen de zijde van de Engelse vorst. Dat verhoogt de onveiligheid op zee voor de Vlaamse vissers en de koopvaardij.

De Graaf publiceert een oorkonde met instructies voor de duinenwachters, o.a. het bestrijden van konijnen.

In 1398 en 1399 wordt de Reie tussen Damme en Brugge verder uitgebaggerd. Deze baggerwerken hebben echter geen blijvend effect.

Het eiland Cadzand wordt nogmaals zeer zwaar getroffen door onweer en orkanen.

Burgemeester Heinric Bast ontvangt 22 pond 15 en een halven groot sterke munt voor 5 gemeten 62 roeden grond die men heeft ingepalmd voor de vestingen van Sluis.

Het eiland Cadzand wordt nogmaals zeer zwaar getroffen door onweer en orkanen.

Hughevliet (latere Biervliet) bekomt van Filips de Stoute het hertogelijk octrooi tot het kaken van de haring. Hugevliet bezit een eigen haringstapel die de Brabantse steden van haring voorziet.

Voor een tweede keer waaien een deel van de "barbacanen" in Damme omver, tussen de Brugse Poort en de Sint-Kristoffelwerf.

Jan van Munster herbouwd de Kranepoort in Damme. De Kranepoort wordt later Sluispoort.

Verkleed als monnik komt de aartsbisschop van Caterburry in Sluis aan land om door te reizen naar graaf Hendrik van Derby om hem in naam van de House of Commons de Engelse troon aan te bieden na het verdrijven van Richard II.

Katarina , de dochter van Jan van Lissewege, die ook Deckere wordt genoemd, is gehuwd met Joris Gaillard, ridder en raadgever van de raad van Vlaanderen.

Omstreeks 1400 worden in Vlaanderen, vooral in Sluis, Normandische kooplieden opgemerkt die er gepekelde haring en andere soorten gezouten en gedroogde vis komen halen.

Opnieuw breekt er een pestepidemie uit (1400-1401) in onze streken.

Willem Blonde is pastoor van Hoeke.

In een afzonderlijke akte krijgen de vrouwen van Monnikerede de toelating om hun vis op de markt te verkopen.

Het water in Monnikerede komt niet meer tot aan de Hoogstraat. Vanaf de markt wordt een houten steiger tot aan het water gelegd over het stuk schorre. Op een hogergelegen plaats op dat schorrestuk bouwt men een gastenverblijf.

Ca. 1400 telt Sluis 10 tot 12.000 inwoners. De stad heeft de stapel van de wijnen en van de droogvis.

Filips de Stoute staat in februari 1400 de grafelijke gronden van 'Upscote'(Opschote), waarop in 1386 en 1387 de vestingwerken van Sluis zijn aangelegd, af aan de stad Sluis.

Klaus Stortebeker, leider van Skandinavische zeerovers, wordt door een Hanzeatische vloot verslagen en weggevoerd naar Hamburg waar hij wordt opgeknoopt.

Jan Blankaerd, kapitein-baljuw van Biervliet, wordt admiraal van Vlaanderen (1401-1406).

Jan van Munster moet in Damme in 1401 werken uitvoeren aan de Blockyde Poort.