In Damme begint men een nieuw stadhuis te bouwen (oude was in brand van 1213 gebleven)

Een charter hervormt de stedelijke instellingen van Damme waardoor o.a. de schepenen telkens voor een jaar worden verkozen.

Damme verkrijgt het stapelrecht voor een aantal goederen.

In Damme wordt in 1241 een grote 'halle' opgericht.

Het schependom van Mude wordt in 1241 ingericht met Brugge als voorbeeld (2de keure).

Vanaf 1241 worden de schepenen van Damme jaarlijks herkozen.

In Mude wordt wekelijks markt gehouden.

In 1241 krijgt Mude stadsrechten van Johanna van Constantinopel en Thomas van Savoie : rechten op vishandel, pek, een jaarmarkt en het waterbaljuwschap.

In 1241 krijgt Mude stadsrechten van Johanna van Constantinopel en Thomas van Savoie : rechten op vishandel, pek, een jaarmarkt en het waterbaljuwschap.

De parochie Sint-Anna-ter-Muiden krijgt stadsrechten van de Graaf van Vlaanderen.

De parochie Sint-Anna-ter-Muiden krijgt stadsrechten van de Graaf van Vlaanderen.

Walter van Marvis, bisschop van Doornik, reist in het noorden van Vlaanderen om de grenzen van sommige parochies vast te leggen en nieuwe parochies op te richten.

Een stormvloed in 1242 zet niet alleen een groot gedeelte van de Vier Ambachten onder water maar verzwelgt ook het eiland Coezand. Ook in de Zwinstreek lijdt men veel schade.

De parochie Sint-Anna-ter-Muiden krijgt stadsrechten van de Graaf van Vlaanderen.

De parochie Sint-Anna-ter-Muiden krijgt stadsrechten van de Graaf van Vlaanderen.

De tienderechten in de parochies Lissewege en Heist worden in 1242 door Giselbrecht, burggraaf van Sint-Winnoksbergen, met toelating van graaf Tomas van Savoye en gravin Jaohanne van Constantinopel, geschonken aan de Sint-Bertinsbadij van Sint-Omaars.

Sedert 1242 worden de Schepenen van de Vier Ambachten jaarlijks herkozen.

De haven van Aardenburg wordt uitgegraven tot aan de Slependamme of Zeedam (iets den noorden van het huidige Draaibrug).

Hendrik van Craeywyc, abt van de abdij Ter Doest (Lissewege) koopt de rechten over het Burkelbos (Oedelem) van Boudewijn Roels, ridder en heer van Knesselare.

In april 1243 sterft Hendrik van Craeywyc en hij wordt opgevolgd door Jan Smedekin die de 11de abt van de abdij Ter Doest (Lissewege) wordt.

Onder abt Jan Smedekin wordt de kerk van de abdij Ter Doest (Lissewege) gebouwd. De kerk is 34 meter lang en 19 meter breed, telt drie beuken met elk 20 pijlers.

De haven van Aardenburg wordt uitgegraven tot aan de Slependamme of Zeedam (iets den noorden van het huidige Draaibrug).

Indijking van het eilaind Koezand (bij het eiland Wulpen).

Syger en David zijn de twee pastoors van Lissewege.

Gravin Margareta controleert alle privileges en documenten m.b.t. de eigendommen van de abdij Ter Doest (Lissewege).