Grote vloed in Zeeland.

De Eiesluis of Noordsluis wordt verlengd in Heist.

Vroegste vermelding van de St.-Sebastiaansgilde in Dudzele (Coornaert)

Volgens de rekeningen trekt de Heer van Dudzele pachtgeld uit vier molen in het ambacht Dudzele (Oost- en Westmolen in Dudzele, Pannemolen in Koolkerke en de Eikemolen in Oostkerke). Binnen het ambacht lagen nog drie andere molenwallen.

In de rekeningen van de Heer van Duzele van 11 november 1481 tot 11 november 1482 worden volgende inkomsten vermeldt: landcijns, renten, graan-, lammer-, mede-, erwten, ajuin- en looktienden, visrechten 'ende gehewichten, van muelenpachten van 4 muelen staende binden ambocht van Dudzeele.'

In het tiendegiebed Dudzele-Ramskapelle vint men 60 boeren die samen 332 lammeren bezitten.

In de haven van Sluis komen zeven schepen met graan aan.

Wanneer Maria van Bourgondië verongelukt weigeren de Leden van Vlaanderen om Aartshertog Maximiliaan als vorst te erkennen. Zeeland en Brabant steunen de Aartshertog.

Wanneer Maria van Bourgondië verongelukt weigeren de Leden van Vlaanderen om Aartshertog Maximiliaan als vorst te erkennen. Zeeland en Brabant steunen de Aartshertog.

Door een storm wordt de Hoekesluis zwaar beschadigd.

Wanneer Maria van Bourgondië verongelukt weigeren de Leden van Vlaanderen om Aartshertog Maximiliaan als vorst te erkennen. Zeeland en Brabant steunen de Aartshertog.

In 1482 is de pastorie van Monnikerede helemaal vervallen en was het ambt van pastoor afgeschaft. Dit toont aan de Monnikerede niet meer voorstelde.

Joos de Man laat de Sacramentskapel bouwen in de Onze-Lieve-Vrouwkerk van Damme.

Op 16 mei 1482 geven de Bruggelingen Maximiliaan van Oostenrijk zijn vrijheid terug na zijn gevangenneming op 5 februari. De keizer belooft de vrede te handhaven.

Maximiliaan van Oostenrijk keert zich met een leger olv zijn vader Frederik III tegen Brugge. Omdat hij de soldij niet kan betalen wil hij op 19 juni Damme bezetten Omdat een contigent van 1300 Franse ruiters wordt verwacht trekt de aartshertog zijn soldaten terug.

In juli belegeren de soldaten van Maximiliaan van Oostenrijk de stad Damme. Hij botst op een grote tegenstand en wordt verdreven.

Hendrik Kedekin, geboren in Wesel en voordien rentmeester over de goederen in Zeeland, wordt de 27ste abt van de abdij Ter Doest (Lissewege).

Op 22 december 1482 sluit Vlaanderen de vrede van Atrecht met Frankrijk in zijn strijd met Maximiliaan van Oostenrijk.

In Damme worden 14.000 tonnen kaakharing van ca. elk 100 kg verhandeld.

In 1483 verzoeken Damme, Biervliet en Nieuwpoort de Staten van Vlaanderen om een onderzoek naar aanleiding van wat ze menen oneerlijke mededelingen van de Oostendse haringhandelaars te zijn.

Nieuwpoort, Damme en Sluis dienen een klacht in tegen het stijgend succes van de Oostendse haringhandel die zij willen verbieden. Oostende mag echter zijn handel verder blijven drijven.

In hun reactie tegen Maximiliaan van Oostenrijk richten de Vier Leden zichook tegen de naaste medewerkers van de Aaartshertog. Ze besluiten dat 'le chastel et forteresse de Dudzele dust estre rasé et démoli' (van Jacob van Gistel, heer van Dudzele). In 1483 doen ze werklieden het bedoelde katsteel afbreken.

Het kasteel van Dudzele wordt in 1483 afgebroken.

In Lapscheure is een medestoof in gebruik.

Tijdens de opstand tegen Maximiliaan van Oostenrijk wordt Mude door de vorst geplunderd.