Maximiliaan van Oostenrijk keert zich met een leger olv zijn vader Frederik III tegen Brugge. Omdat hij de soldij niet kan betalen wil hij op 19 juni Damme bezetten Omdat een contigent van 1300 Franse ruiters wordt verwacht trekt de aartshertog zijn soldaten terug.

In juli belegeren de soldaten van Maximiliaan van Oostenrijk de stad Damme. Hij botst op een grote tegenstand en wordt verdreven.

Hendrik Kedekin, geboren in Wesel en voordien rentmeester over de goederen in Zeeland, wordt de 27ste abt van de abdij Ter Doest (Lissewege).

Op 22 december 1482 sluit Vlaanderen de vrede van Atrecht met Frankrijk in zijn strijd met Maximiliaan van Oostenrijk.

In Damme worden 14.000 tonnen kaakharing van ca. elk 100 kg verhandeld.

In 1483 verzoeken Damme, Biervliet en Nieuwpoort de Staten van Vlaanderen om een onderzoek naar aanleiding van wat ze menen oneerlijke mededelingen van de Oostendse haringhandelaars te zijn.

Nieuwpoort, Damme en Sluis dienen een klacht in tegen het stijgend succes van de Oostendse haringhandel die zij willen verbieden. Oostende mag echter zijn handel verder blijven drijven.

In hun reactie tegen Maximiliaan van Oostenrijk richten de Vier Leden zichook tegen de naaste medewerkers van de Aaartshertog. Ze besluiten dat 'le chastel et forteresse de Dudzele dust estre rasé et démoli' (van Jacob van Gistel, heer van Dudzele). In 1483 doen ze werklieden het bedoelde katsteel afbreken.

Het kasteel van Dudzele wordt in 1483 afgebroken.

In Lapscheure is een medestoof in gebruik.

Tijdens de opstand tegen Maximiliaan van Oostenrijk wordt Mude door de vorst geplunderd.

Maarten Weyts (geboren in Brugge) volgt Hendrik Kedekin op als 28ste abt van de abdij Ter Doest (Lissewege).

Andriaan Lankhals volgt Maarten Weyts op en wordt de 29ste abt van de abdij Ter Doest (Lissewege). Hij is verwant aan Pieter Lankhals die in Brugge wordt terechtgesteld.

Jan Vettegrave volgt Adriaan Lankhals op en wordt de 30ste abt van de abdij Ter Doest (Lissewege). Hij bouwt de uithoeve in Groede en restaureerdt de abdijgebouwen.

Willem Pieters uit Saaftinge wordt de 31ste abt van de abdij Ter Doest (Lissewege) als opvolger van Jan Vettegrave.

Abt Willem Pieters wordt opgevolgd door Joos Arendst uit Dendermonde als 32ste abt van de abdij Ter Doest (Lissewege).

Maximiliaan van Oostenrijk komt met een vloot van 150 schepen op 25 februari 1483 aan in de haven van Sluis om Vlaanderen tot gehoorzaamheid te dwingen.. Hij wordt gesteund door Graaf Engelbert van Nassau, Jacob van Gistel, Heer van Dudzele en Filips van Huerne, heer van Gaasbeke. Zeeuwen en Holladers plunderen de streek en Maximiliaan mislukt in zijn poging om meester te worden van het kasteel van Sluis. Kadzand en Mude worden geplunderd en in brand gestoken. Uiteindelijk wordt Maximiliaan teruggedreven door Jacob van Savoije, graaf van Romond. Ook liet hij Oudenburg verwoesten.

Grote vloed in Zeeland.

Van 1484 tot juni 1485 heerst een zwaar conflict tussen aartshertog Maximilaan en Vlaanderen, met onrust en Kustwacht als gevolg in het Noordvrije. Maximiliaan van Oostenrijk, gesteund door Zeeland, valt de noordkust van Vlaanderen binnen. Hij verovert Wulpen en Cadzand. In juni 1485 worden Brugge en het Brugse Vrije tot overgave gedwongen.

Van 1484 tot juni 1485 heerst een zwaar conflict tussen aartshertog Maximilaan en Vlaanderen, met onrust en Kustwacht als gevolg in het Noordvrije. Maximiliaan van Oostenrijk, gesteund door Zeeland, valt de noordkust van Vlaanderen binnen. Hij verovert Wulpen en Cadzand. In juni 1485 worden Brugge en het Brugse Vrije tot overgave gedwongen.

Op 26 maart 1484 besluit Maximiliaan van Oostenrijk dat alle vreemde kooplieden het graafschap Vlaanderen moeten verlaten. De ordonnantie wordt op 28 juni 1484 en in april 1485 herhaald.

Verblijf van de polyfonist Johannes van Ockeghem in Damme. De componist is ook diplomaat in dienst van de Franse koning.

Jakob van Gistel, heer van Dudzele, dient klacht in bij de Grote Raad van Belgen tegen de afbraak van zijn kasteel in Dudzele door de Vier Leden van Vlaanderen. Hij eiste dat de Vier leden zijn kasteel herbouwden of hem een ruime schadevergoeding betaalden.

In opdracht van Maximiliaan van Oostenrijk landt Jacob, bastaard van Guido de Baenst met enkele schepen bij Gaternesse waar hij de omliggende plaatsen als Wulpen en Saaftinge plundert en in brand steekt.

Bruge besluit tot de organisatie van een loodsdienst op de Noordzee om de buitenlandsche schepen de Zwinmonding binnen te loodsen. 40 loodsen worden aangeworven. Het zijn hoofdzakelijk vissrs uit Oostende, Wenduine, Blankenberge en Heist, Sluis en Slepeldamme. Ook worden bakens uitgezet in de Zwinmonding.