Sint-Donaas stelde op 24 april 1493 vast dat de offerbokken in Dudzele nog open zijn tengevolge van de oorlogen. Men koos afgevaardigden om de offerblokken te gaan sluiten.

Filips de Schone, zoon van Maximiliaan van Oostenrijk en Maria van Bourgondië, wordt meerderjarig en als vorst aanvaard in Vlaanderen.

Omdat enigen 'Vivat Ravestein' (Filips van Kleef) roepen wanneer Adolf van Saksen het kasteel van Sluis bezoek worden drie Sluizenaars onthoofd of 18 verbannen (18 om 20 mei).

Grote vloed in Zeeland.

De stapel van de Spaanse wol keert terug naar Brugge.

Bouw van het Augustijnerklooster in Damme.

Om het herstel van Damme te bevorderen krijgen de handelaars in Damme voor een periode van vijf jaar het privilege om vrij handel te drijven zonder dat zij verantwoordelijk kunnen worden gesteld voor de schulden van hun plaats van herkomst.

Op 4 juli 1495 krijgt Damme van Maximiliaan van Oostenrijk uitstel van betaling van de renten.

Het schepenhuis van Hoeke wordt in 1496 hersteld.

Huwelijk van Filips de Schone met Johanna de Waanzinnige.

De rederijkerskamer de Distelboom uit Sluis is een van de 22 kamers die in 1496 deelneemt aan een prijskamp in Antwerpen.

Men probeert het Zwin verder uit te schuren door de watertoevoer via de Zuidleie zoveel mogelijk te vergroten.

In 1497 wordt een lazarie in Damme vermeld.

In 1497 wordt een lazarie in Damme vermeld.

Filips de Schone geeft de inwoners van Sluis de toelating om gedurende 10 maand buiten hun stad hun waren te verkopen, zonder dat zij kunnen aansprakelijk worden gesteld voor de hoge schulden van hun stad.

Grote vloed in Zeeland.

De Zandpolder op Cadzand komt in 1497 onder water te staan.

Men probeert het Zwin verder uit te schuren door de watertoevoer via de Zuidleie zoveel mogelijk te vergroten.

De Zandpolder op Cadzand komt in 1497 onder water te staan.

In het seizoen 1498-1499 komen 33 schepen van gemiddeld 105 ton de haven van Sluis binnen.

Omdat Sluis blijft klagen over zijn zware schulden wordt het bij de domeinen van het Graafschap Vlaanderen gevoegd. De visserij en haringhandel krijgen in Sluis bepaalde privilegies.

De ondergelopen Zandpolderdijk op Cadzand wordt terug ingepolderd.

Op 2 januari 1498 legt Filips van Kleef het bevel over de stad en het kasteel van Sluis in handen van Engelbert van Nassau. Filips zelf vertrekt naar Frankrijk als vertegenwoordiger van Filips de Schone naar de kroning van Lodewijk XII.

Omdat Sluis blijft klagen over zijn zware schulden wordt het bij de domeinen van het Graafschap Vlaanderen gevoegd. De visserij en haringhandel krijgen in Sluis bepaalde privilegies.

Filips de Schone vaardigt op zijn beurt een oorkonde uit om de loodsdiensten op het Zwin te regelen.